- Algemeen
- Openbaar groen
- Machines & Materieel
- Tuinaanleg & Onderhoud
- Digitalisering & Software
- Sportvelden
Hoe borg je de ecologische kwaliteit in je projecten? Een vraag die steeds belangrijker wordt in een veranderende maatschappij.
Waar in het verleden het gros van de groenbedrijven voornamelijk bezig was met de groene aankleding van tuinen, gebouwen en omgeving, zijn ze in de huidige tijd steeds meer onderdeel van bredere maatschappelijke opgaven als klimaatadaptatie en het verhogen van de biodiversiteit.
Beide opgaven spelen een belangrijke rol bij projecten zoals Natuurinclusief bouwen, het ontwikkelen van natuurgebieden en de inrichting van een park.
Waar Natuurpro partners samenwerken onder de RANOX- natuuraannemer vlag worden projecten ecologisch begeleid van planvorming tot uitvoering in het veld. Door deze samenwerking tussen ecologen en groenbedrijven worden de plannen uitgevoerd zoals ecologisch bedoeld. Het stelt adviesbureaus daarbij in staat gehele projecten aan te nemen en de uitvoering met een partner-hovenier te verzorgen.
Veel opdrachtgevers slaan aan op de Maai-mei-niet campagne. Het lijkt zo simpel, in mei niet maaien zodat insecten kunnen profiteren van de bloei in gazons. We weten dat het slecht met insecten gaat, dus winst, zou je zeggen! Of toch niet? Vlinders en insecten hebben het lange gras en de bloei misschien wel als een kans gezien om hun eitjes op af te zetten. Als de vegetatie vervolgens op een later moment toch gemaaid wordt hebben we een ecologische val gecreëerd. Het wanneer en hoe vaak maaien hangt samen met de uitgangssituatie en doelstelling. Bij een voedselrijke uitgangssituatie hangt het af van de dominante grassoort wanneer je maait. Grassen als Grote vossenstaart wil je bijvoorbeeld eerder maaien dan Glanshaver als je wilt verschralen.
Geen snelle oplossing dus. Wil je het goed doen, dan zul je de vegetatie in kaart moeten brengen en de maaischema’s niet alleen moeten afstemmen op de gewenste soorten maar ook op insecten. Dit is voorbehouden aan ervaren ecologen.
De uitvoering vergt ook de nodige expertise. Zo is het van belang de juiste machines, maaihoogte en tijdstip van de dag te kiezen. Zo’n hogere maaihoogte is niet alleen gunstig voor het behoud van de vegetatie, maar ook aanwezige insecten, ongewervelde dieren en zoogdieren hebben zo meer kans op overleven. Bij het kiezen van het juiste tijdstip speelt temperatuur een grote rol, insecten moeten opgewarmd zijn om aan de maaimachine te ontkomen.
Een ander voorbeeld is de natuurlijke beheersing van de eikenprocessierups.
Je kent het wel, wanneer je op de fiets zit, om je heen kijkt en aan elke boom een nestkastje ziet hangen. Het idee hiervan is dat de vogels als natuurlijke vijand van de eikenprocessierups deze rupsen helpen beheersen. Maar een vogel kiest zijn huisvesting aan de hand van de vier v’s: voedsel, voortplanting, veiligheid en verplaatsing. Bij afwezigheid van een struiklaag op korte afstand van de nestkast mist de factor veiligheid en zal de vogel een andere plek kiezen.
Door ontwikkeling van specifieke kruidenrijke vegetaties kunnen natuurlijke vijanden zoals de larve van de gaasvlieg aangetrokken worden. Dit gebeurt helaas nog op weinig plaatsen en met weinig kennis van zaken.
De ecoloog zal bij de inrichting samen met de hovenier moeten kijken welke onderdelen van het ecosysteem ontbreken en welke van belang zijn toe te voegen. Een goed werkend systeem is op de lange termijn goedkoper dan alleen het plaatsen van nestkasten.
Zomaar een paar eenvoudige voorbeelden die de noodzaak laten zien de juiste expertise te combineren voor een duurzaam resultaat. Dit geldt zeker bij complexe opgaven als natuurinclusieve inrichting waar verschillende disciplines samenkomen.