- Algemeen
- Openbaar groen
- Machines & Materieel
- Tuinaanleg & Onderhoud
- Digitalisering & Software
- Sportvelden
De bekroning was het verbod op chemische onkruidbestrijding op verhardingen in 2016. En hoewel het verbod vorig jaar teniet werd gedaan, ziet Stichting NCO de toekomst duurzaam tegemoet. “De markt en maatschappij zijn al om.”
Als voorzitter van Stichting Niet-Chemische Onkruidbestrijding en eigenaar van Weedcontrol heeft Bert van Loon al 22 jaar ervaring met chemievrij- onkruidbeheer. Hij – en velen met hem – zien enkel voordelen in een integrale aanpak van onkruidbestrijding zonder chemie. Maar hoe zat het ook alweer? Mag er nu wel of niet gespoten worden op verharding? Bert neemt ons mee in een jarenlange strijd voor duurzaamheid.
In de jaren ‘90 was het gebruik van chemische middelen nog zeer gangbaar, hoewel de negatieve neveneffecten wel steeds duidelijker werden. “Na langdurig gebruik van pesticiden wordt de grond verminderd bruikbaar. Ook zijn er zorgen over het effect op de volksgezondheid en de kwaliteit van het oppervlaktewater.” Niet onterecht, aangezien de Europese richtlijnen ten aanzien van chemische stoffen in het grondwater en oppervlaktewater overschreden werden. Wageningen University & Research deed – en doet – onderzoek naar het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en in het bijzonder glyfosaat. Opvallend was dat gemeenten niet de grootste gebruikers, maar wel de grootste vervuilers bleken. “In de landbouw komt het middel vooral op het blad terecht en doet daar zijn werk, maar bij verharde ondergronden vindt het grootste deel via de bestrating zijn weg naar het oppervlaktewater”, legt Bert uit. Ook de waterschappen maakten zich zorgen en al in 1997 zochten verschillende gemeenten in Noord-Brabant hun heil in een andere aanpak.
“Om de kwaliteit van het oppervlaktewater aan de Europese normen te laten voldoen, moesten de concentraties van schadelijke stoffen naar beneden. Er werden beperkingen in het gebruik opgelegd, maar het middel werd daardoor minder effectief. De markt reageerde enerzijds door deze beperkingen te negeren, maar er was ook een alternatief in opkomst. Chemievrije onkruidbestrijding maakt gebruik van heet water, hete lucht, stoom of borstels en won aan populariteit. Daardoor professionaliseerde de methodes en een verbod op chemische onkruidbestrijding leek een logische stap, maar kwam niet van de grond. “De fabrikanten hebben flinke lobby’s en de middelen zijn goedgekeurd volgens de EU normen. Een verbod is dus niet zo simpel.”
Met de oprichting van de Stichting Niet-Chemische Onkruidbestrijding (NCO) kwam er een platform van bestekschrijvers en onderzoeksbureaus om kennis over niet-chemische onkruidbestrijding te delen en te verspreiden, ook naar de overheid toe. Bert werd na Peter van Haar aangesteld als voorzitter en zette koers naar Den Haag. “Wilma Mansveld was Staatssecretaris van 2012 tot 2015 en zij wilde een verbod, maar dan moest wetenschappelijk worden bewezen dat glyfosaat schadelijk is voor mens of dier. Niet alle onderzoeken tonen dat aan, waardoor een algeheel verbod juridisch aangevochten kon worden. Bovendien zijn deze middelen relatief goedkoop in gebruik.” NCO ging jarenlang in gesprek met de overheid en maakte duidelijk dat er meer is dan enkel onkruidbestrijding. “Naast onkruidbestrijding kun je ook andere zaken meenemen. Veeg de straat regelmatig en onkruid krijgt geen kans. In plaats van te wachten tot planten groot genoeg zijn om te bewerken, kun je zo naar een integrale aanpak waarbij beheer centraal staat. We maakten de kosten per vierkante meter chemievrij beheer inzichtelijk en toen bleek integrale bestrijding zowel effectief als betaalbaar.”
In 2016 was het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verharding een feit. Glyfosaat was weliswaar toegestaan, maar de Nederlandse regering kon de toepassing verbieden in bepaalde sectoren. Het gebruik door professionals in de openbare ruimte werd verboden, mede omdat er genoeg alternatieven waren. Particulieren mochten het middel wel nog in eigen tuin gebruiken. De Nederlandse stichting voor Fytofarmacie (Nefyto) vocht het verbod aan wegens onvoldoende borging in de Nederlandse wet en won. “Op dit moment is het volgens de uitspraak van de rechter alsof de wet nooit heeft bestaan, maar dat duurt niet lang. De grondslag om de wet aan te passen ligt al klaar met een mogelijkheid tot verbreding naar een verbod voor privégebruik. De markt is inmiddels al verder en het gebruik van chemie wordt ook maatschappelijk niet meer gedragen. Hoewel gemeenten wettelijk gezien volgens de DOB methodiek weer mogen spuiten, kijken ze vooruit. Onkruidbestrijding in de openbare ruimte is verschoven naar onkruidbeheer. De professionele tak blijft chemievrij en beweegt zelfs naar de volgende stap: emissievrij.”