- Algemeen
- Openbaar groen
- Machines & Materieel
- Tuinaanleg & Onderhoud
- Digitalisering & Software
- Sportvelden
Bij het ontwerp en de inrichting van tuinen en openbaar groen staat de esthetiek heel vaak centraal. Dat geldt ook zeker voor de plaats van groen in binnenruimten. Toch is momenteel sprake van een opmerkelijke kentering, waarbij het accent verschuift naar functioneel groen. Het draait daarbij om groen als bepalende factor voor een gezonde leefomgeving en zelfs als helende factor voor lichaam en geest. Twee grote achterliggende maatschappelijke vraagstukken jagen deze groene revolutie aan: de snelle opwarming van het klimaat en de almaar toenemende zorgkosten. Samen met De Bloeimeesters – een groep ervaren tuinspecialisten met een indrukwekkende hoeveelheid plantenkennis – bracht Greenpro deskundigen uit de zorg, de bouw en het groen bij elkaar voor een themaspecial ‘Groen in de zorg’. Op de volgende 10 pagina’s vindt u het resultaat. Groen is ook – of misschien wel vooral – een investering die zich op meerdere vlakken terugverdient.
Nadat de factor groen in de loop van de vorige eeuw vrijwel compleet uit de ziekenhuisomgeving was verdwenen, ontstond in het begin van deze eeuw een tegenbeweging. Dit mede onder invloed van Planetree in Amerika dat al vanaf de jaren zeventig pleitte voor de transformatie van ziekenhuizen in ‘healing environments’. Er was in ons land ook een reactie op het ontstaan van de op technocratische leest geschoeide megaziekenhuizen, waarin de menselijke maat compleet ontbrak.
Zo ontstond er een nieuwe kijk op de inrichting van ziekenhuizen, met een duidelijke toename van het aantal groene elementen in en rond het gebouw. Zeer opmerkelijk was in dit verband het bericht, vorig jaar zomer, dat ziekenhuis Rijnstate in Arnhem op een balkon in de openlucht een plek had gecreëerd voor twee intensive care-bedden.
Dr. Jolanda Maas, universitair hoofddocent bij de sectie Klinische Psychologie van de Vrije Universiteit Amsterdam was nauw betrokken bij het onderzoek hiervoor. Enkele jaren terug stelde zij samen met omgevingspsycholoog Dr. Agnes E. van den Berg en Dr. Karin Dijkstra, lector Gezondheidsbevordering in de leefomgeving de op wetenschappelijk bewijs gebaseerde inspiratiegids ‘Groen in en rond ziekenhuizen’ (2021) samen, waarin de uitkomsten zijn verwerkt van het onderzoeksprogramma ‘Groene Gezonde Ziekenhuizen’ dat in de jaren 2015-2020 werd uitgevoerd. Er werd gekeken naar de effecten van groene interventies op vijf ziekenhuisafdelingen.
“Er zijn de afgelopen jaren inderdaad veel groene interventies gerealiseerd,’ vertelt Maas, ‘maar er is nog wel een probleem, want ze worden over het algemeen slechts beperkt benut. Daardoor zijn de effecten nog beperkt, wat het lastiger maakt om de investeringen te rechtvaardigen. Dat het niet werkt zoals zou moeten, heeft niet alleen met het ontwerp te maken, maar ook met het feit dat de voorziening niet echt wordt geïntegreerd in de zorg. Er valt dus nog veel te verbeteren.’
Opmerkelijk is dat het daarbij vaak om voor de hand liggende zaken gaat. Maas: ‘Om ervoor te zorgen dat het groen gebruikt wordt moet de voorziening goed toegankelijk zijn, mensen moeten weten waar ze de ingang kunnen vinden. Verder is het belangrijk om van te voren goed in kaart te brengen hoe de beoogd gebruikers de tuin zouden willen gebruiken en welke faciliteiten daarvoor nodig zijn en is het goed om het personeel het belang van de groene voorziening te laten ervaren. Bij het ontwerp moet je weten dat de ondergrond van een groene ruimte naast een afdeling oncologie geschikt moet zijn voor mensen met een infuuspaal en dat je bij een afdeling geriatrie moet denken aan meer en ook hogere bankjes. Dat gebeurt dus nog te weinig.”
Waarom het bij de implementatie misgaat is volgens Maas lastig te zeggen: “Het is natuurlijk best wel nieuw, de zorgmedewerkers hebben het super druk en ook voor de meeste tuinarchitecten en hoveniers gaat het om nieuwe doelgroepen. Het is een beetje vergelijkbaar met het proces rond de aanleg van groene schoolpleinen. Het moet vaak snel en met een beperkt budget.”
Gelukkig komen er wel steeds meer ontwerpers die het wel goed aanpakken, constateert Maas. “Maar die moeten dan wel bij een zorginstelling in beeld zien te komen. Zorginstellingen hebben nu vaak lopende contracten met groenvoorzieners, die dan ook worden ingezet bij zo’n groene interventie, terwijl de daarvoor benodigde expertise niet altijd aanwezig is. Uiteindelijk komt het erop neer dat zowel de ziekenhuizen als de tuinarchitecten en hoveniers op dit punt geschoold zullen moeten worden. Beide partijen moeten zich ervan bewust worden dat zij met wat extra stapjes echt iets van waarde kunnen realiseren, in plaats van wat het nu vaak is: een leuk decoratief element.”
Fraai voorbeeld van groen in een ziekenhuis is het VieCuri Medisch Centrum in Venlo. Daar beschikt het Oncologiecentrum over de BuitensteBinnenTuin met een fraaie kas. Maas: “Dat is een mooi ontworpen belevingstuin voor patiënten en bezoekers. Helaas zien ze ook daar dat het gebruik achterblijft. Hoe dat komt, zijn we nu aan het onderzoeken.”
Iets dergelijks speelde ook bij het Isala ziekenhuis in Meppel en in het Medisch Centrum Leeuwarden, die beiden een tuin hadden die eigenlijk niet werd gebruikt.
“Daarom hebben we die tuinen, samen met een team van professionals – ook mensen die in de ziekenhuizen zelf werken – herontworpen met gebruikmaking van ons design-implementatie model”, vertelt Maas. “En daaromheen een proces opgezet om ervoor te zorgen dat de zorgprofessionals de tuin ook integreren in hun werkprocessen. Pas dan gaat zo’n tuin echt meerwaarde opleveren.”
Aantonen van gezondheidsclaims is nog niet zo eenvoudig, omdat er nog maar beperkt onderzoek is gedaan. Maas: “Uit algemene literatuur valt op te maken dat zo’n tuin stress-verlagend werkt en een fijne afleiding biedt voor zorgmedewerkers en ook voor meer werkplezier zorgt. Ik denk dat het heel belangrijk is wat voor verhaal je eromheen vertelt. Ik zie die groene ruimtes zelf als een soort vluchtheuvel voor het brein: even ertussenuit, even weg van die stressvolle omgeving.’
Het is dus niet alleen zaak om zo’n groenproject echt goed te implementeren, maar ook om de gezondheidseffecten of belevingseffecten beter in beeld te krijgen? Maas: “Zeker! En dan niet alleen de effecten op de patiënten, maar ook die op de medewerkers en de bezoekers. Dat vind ik net zo belangrijk met de groeiende tekorten aan zorgmedewerkers en de hoge uitval door stress en burn-out.”
Wat op kleine schaal geldt voor zorgomgevingen, geldt in zekere zin ook voor de hele leefomgeving. Maar wat is nu eigenlijk een gezonde leefomgeving in ons in toenemende mate versteende land? Om hier meer over te weten te komen, spraken we met Judith van der Poel, landschapsarchitect en directeur van Niek Roozen Landscape.
Sinds 2019 is Van der Poel de opvolger van de naamgever van het bureau, Niek Roozen. Zij studeerde Tuin- en Landschapsinrichting bij hogeschool Van Hall Larenstein in Velp (2001) en volgde daarna de opleiding Landschapsarchitect aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam.
Niek Roozen, onder meer bekend van de Floriade, zet al sinds de vorige eeuw in op stedelijke vergroening met als doel een gezondere wereld. Van der Poel: “We hebben, met input van onderzoekers, overheden en instellingen in 2011 ‘The Green City Guidelines’ uitgebracht, maar we merken nu steeds vaker, dat deze benadering super actueel is, ook vanuit het perspectief van de gezondheidszorg.”
“We hebben alweer zo’n 10 jaar terug in samenwerking met Wageningen Universiteit en Research (WUR) The Green City Guidelines geschreven, waarin je tal van feiten vindt. Het is inderdaad zo dat mensen in het ziekenhuis sneller herstellen als ze zicht hebben op groen. Het heeft dus echt een wetenschappelijke basis dat groen een positief effect heeft op de gezondheid en dat is natuurlijk fijn voor ons vakgebied.”
De samenwerking met WUR leverde belangrijke nieuwe inzichten op, bijvoorbeeld de meerwaarde van groen op het vlak van de zuivering van de lucht. En nu weer de uitkomsten van een onderzoek dat stelt dat er, wanneer steden 30% bladerdek zouden hebben, duizenden mensen minder aan hittestress zouden overlijden. Van der Poel: “Zo zijn er ijzersterke argumenten om flink te gaan vergroenen en ook om bestaand groen te behouden. Grote bomen worden nog vaak veel te makkelijk gekapt, terwijl nu toch bekend moet zijn dat een boom van 20 jaar net zoveel ecosysteemdiensten levert als 400 kleine boompjes. Twintig jaar terug was groen nog een leuk sausje dat over een plan heenging, maar dat is nu echt anders. Ik merk dat ik als landschapsarchitect steeds meer zeggenschap krijg. Vroeger werd je er pas bijgehaald als de huizen er al zo’n beetje stonden.”
Zo ontwikkelde haar bureau samen met een architect het nieuwe zorgcentrum voor mensen met dementie De Hogeweyk, van de Vivium Zorggroep. Van der Poel: “Dat was oorspronkelijk een flatgebouw met een stuk groen. Na sloop van het oude flatgebouw is daarvoor in de plaats een complex met laagbouw van twee of drie verdiepingen gekomen met allerlei binnentuinen die gekoppeld zijn aan de verschillende leefstijlen waar de bewoners nog een sterke binding vanuit vroeger mee hebben, waardoor een wandelroute ontstond. Dat is een heel mooi en uniek project geworden, waar in de zorgwereld veel aandacht voor is.”
Vivium streeft naar het normaliseren van de zorg voor mensen met ernstige dementie. Dat vroeg om een compleet nieuwe aanpak, waarbij het accent van de medische naar de sociale kant verschoof: van grote verpleegafdelingen stapte men over naar kleinere woongroepen van zeven mensen, die bovendien de vrijheid kregen om te doen wat ze wilden doen, zonder hulp of toezicht. Dat stelt bijzondere eisen aan de omgeving. Van der Poel: “Bij de inrichting werd bijvoorbeeld rekening gehouden met de verschillende profielen van de bewoners. Zo krijgen mensen die uit de stad komen een stadse woning aan een pleintje en zijn er huizen met een specifieke inrichting en een Indische tuin voor mensen met een Indische achtergrond. Door deze inrichting voelen nieuwe bewoners zich heel snel thuis.”
Terwijl de visie die ten grondslag ligt aan De Hogeweyk in de zorgpraktijk ontstond en er vooraf geen wetenschappelijke onderbouwing voor was, blijken de bewoners in dit nieuwe zorgcentrum gemiddeld 2,5 jaar langer te leven en hebben zij ook minder medicijnen nodig. Van der Poel: “Een verklaring is dat de bewoners actiever worden en dat hun zintuigen meer geprikkeld worden. Ze kunnen er een rondje door het groen lopen, naar de kapper en de eigen supermarkt gaan en zelfs een beetje tuinieren. Omdat er ook bezoekers rondlopen, is het voor de bewoners alsof ze nog deel uitmaken van de normale maatschappij. En dat valt blijkbaar op: er is niet alleen een flinke wachtlijst, maar er komen ook deskundigen uit de hele wereld kijken.”