Platform voor de tuin- en groenprofessional
Overheden moeten veel beter nadenken over invulling van groen. ‘Hoe wordt je 100% circulair?’
Cor van Dijken.

Overheden moeten veel beter nadenken over invulling van groen. ‘Hoe wordt je 100% circulair?’

Circulair bouwen in de groene wereld is wel hot, maar geen sinecure. Er komt nogal wat kijken bij een goede bestek-omschrijving, afstemming in de keten en samenwerken op het project. Voor veel overheden is het nog pionieren. Adviseur Cor van Dijken vertelt Greenpro over de do’s and don’ts bij circulair bouwen. “We moeten hard aan de knoppen gaan draaien willen we als overheden in 2050 100% circulair zijn.”

Circulair bouwproject zoutloods van Lagemaat

Gemeenten en provincies zitten enigszins met de handen in het haar: er ligt de enorme opgave om in 2030 50 procent en in 2050 100 procent circulair te zijn. Nederland hanteert daarbij de visie om volledig in eigen grondstoffen te gaan voorzien op een CO2-neutrale, duurzame, circulaire manier met hernieuwbare energie, en met biobased of fossielvrije materialen die weer terug in de keten kunnen.

Circulaire normen in de maak

Planoloog/ Bouwkundig ingenieur en adviseur Van Dijken is eigenaar van Stichting Building for Good en Adviesbureau COR (Circular Organisation for Rebuild). Daarnaast is hij voorzitter van de NEN normcommissie circulaire bouw en lid van de Europese Commissie in de werkgroep circulair bouwen.

Van Dijken staat onder meer leveranciers en producenten bij in de transitie naar een circulaire economie. “Hoe zorg je ervoor dat je een aanbesteding wint, hoe maak je jouw productie zichtbaar in bijvoorbeeld LCA’s (Life Cycle Analyses), hoe kun je het beste samenwerken? Daarvoor heb ik een road map ontwikkeld,” aldus Van Dijken. “We lopen in Nederland voorop met onze manier van circulair bouwen. De Nederlandse leidraden zullen een rol spelen in het beleid dat we binnenkort met de Europese Commissie in Kopenhagen vormgeven.”

Van Dijken werkt vanuit de normcommissie circulaire economie van de NEN hard aan circulariteitsnormeringen voor het toekomstige Bouwbesluit.

Publiek-Private samenwerkingen

Uit het circulaire bestemmingsplan dat AdviesbureauCOR in 2021 voor de gemeente Deventer heeft geschreven is Stichting Building for Good ontstaan. Dit is een publiek-private samenwerking (PPS) met overheden die zich bezig houdt met circulair en CO2-neutraal bouwen. Kennispartners (waaronder NL Greenlabel op groengebied) zijn hierbij betrokken om gemeenten, provincies en de rijksoverheid op het vlak van circulariteit te adviseren, binnen alle kleuren van de bouw (grijs, groen, blauw en rood).

Groen in de circulaire bouw: alles begint bij planning

Hoewel Stichting Building for Good aan overheden evengoed advies verstrekt op het niveau van ontstening en concrete vergroening binnen circulaire bouwprojecten, stipt Van Dijken als basissteen het belang aan van planning. “Overheden moeten, ook met elkaar, aan de voorkant nadenken over hoe groen het beste ingevuld wordt.”

Hij wijst op het feit dat traditioneel gezien in ontwikkelgebieden zoveel mogelijk bebouwing nagestreefd wordt. “Hierdoor is natuur en waterinfiltratie een restpost en kampen we met hittestress in binnensteden en onleefbare woonwijken en industrieterreinen. Meer groen is van belang voor zowel de natuur als voor de mens. Een circulaire economie biedt kansen op een ruimtelijke structuur met meer ruimte voor biodiversiteit, waterstructuren en een ruimere opzet van woningen om verstening tegen te gaan en ruimte te bieden aan klimaat-adaptieve oplossingen.”

Van Dijken legt uit wat hij bedoelt met kansen voor groen, waarbij planning key is: “Binnen een circulaire economie kunnen gemeenten planologisch makkelijker schuiven met bestemmingen, óók om tegemoet te komen aan groenbeleid vanuit de rijksoverheid. Met het aanwijzen van tijdelijke bestemmingen zoals voor woonwijken aan de rand van de stad en een meer open structuur in de stad kun je natuurlijke gebieden vele malen beter beschermen,” legt Van Dijken uit. Met andere woorden: je kunt als overheid makkelijker met blokjes schuiven ten gunste van groene gebieden. “Sommige woonwijken zijn in 1990-2000 gebouwd in wat nu Natura 2000-gebied is. In een circulaire economie hoeven bestemmingen niet meer vast te liggen.”

Grondpacht versus traditionele grondverkoop

Om bestemmingen ook circulair te laten zijn, moet er een alternatief komen voor de traditionele grondverkoop. Van Dijken: “Binnen een circulaire economie, waarin bestemmingen zullen wisselen en huisvesting (met name bedrijfshuisvesting) tijdelijk zal zijn, moeten gemeenten zich afvragen of zij de grond nog wel willen verkopen. Waarom de kip met de gouden eieren weggeven als je ook alleen de gouden eieren kunt weggeven? Anders zijn gemeenten na pakweg 25 jaar wisseling van bedrijvigheid tussentijds vaak weer verantwoordelijk om de rommel op te ruimen, infra aan te passen en noem maar op.” Om het voordeel van grondpacht voor gemeenten aan te tonen maakt Stichting Building for Good een grondexploitatieberekening en een sturingsplan voor de langere termijn.

Uitrol circulaire economie: plannen, voorschrijven,  begeleiden en controleren Van Dijken legt uit hoe het circulaire vliegwiel moet gaan draaien:   

“Een volledig circulaire economie zit hem niet alleen in gebouwen en producten, maar ook in de bedrijfsvoering bij de organisaties. Het kennisniveau van lagere overheden beperkt zich nu tot ledverlichting en zonnepanelen, maar er zijn goed doordachte bestemmingsplannen nodig om tot een circulaire economie te komen. Bijvoorbeeld: bij de vestiging van bedrijven op een bedrijventerrein moet een gemeente nadenken over wat voor partijen onderdeel kunnen vormen van een circulaire keten. Bij woningbouw moet er nagedacht worden over bouwmethodieken zoals modulair bouwen of het bouwen met circulaire materialen. Daarnaast moeten gemeenten ook nadenken over wat zij vragen van de ontwikkelaar en bouwer, zoals het gebruiken van duurzame grondstoffen in de bouw van het huis of bedrijfsgebouw. Kan de opdrachtnemer dit? Dat moeten gemeenten goed laten onderzoeken bijvoorbeeld door kwartiermakers die de markt verkennen, maar ook sterk begeleiden én controleren.”

Momenteel is circulair bouwen nog niet in het Bouwbesluit opgenomen: producenten van duurzame producten (bijvoorbeeld van cementloos beton, damwanden en beschoeiingen van gerecycled en recyclebaar kunststof)) zijn nog afhankelijk van losse bewijslast, wat zij als hinder kunnen ervaren om te innoveren. Van Dijken knikt en geeft aan dat hij vanuit de normcommissie circulaire economie van de NEN hard werkt aan circulariteitsnormeringen voor het toekomstige Bouwbesluit. “Hierdoor zullen circulaire bouwproducten makkelijker hun weg kunnen vinden.”

Van Dijken ziet dat er gelukkig al steeds vaker gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt genomen in de vorm van bouwteams, waarbij de aannemer een meer coördinerende rol neemt, zoals op het gebied van materiaalgaranties en materiaalterugname. “We zijn op de goede weg, maar het is wel de hoogste tijd dat we flinke stappen gaan zetten. Gebouwen, huizen en infra wordt aangelegd met een indachtige levensduur van minstens vijftig jaar. Alles wat nu wordt gebouwd, staat er nog wanneer onze overheden in 2050 volledig circulair willen zijn in de bouw. Als we nu niet meteen goed beginnen, dan wordt het krap aan.”  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?