- Algemeen
- Openbaar groen
- Machines & Materieel
- Tuinaanleg & Onderhoud
- Digitalisering & Software
- Sportvelden
Groen is goed voor de mens. Daarover bestaat eigenlijk allang geen discussie meer. Maar om groene zorggebouwen te kunnen neerzetten zullen de spreekwoordelijke schuttingen tussen verschillende disciplines eerst moeten worden neergehaald. In een gesprek met een bouwbedrijf en een groenaannemer blijkt dat groen vooral nog als een kostenpost wordt gezien en niet als een investering die veel oplevert. “Niemand heeft een tuin, bomen of een groene gevel op de balans staan. Maar daar zouden we wel naartoe moeten.”
Lang geleden werden ziekenhuizen en zorginstellingen in lommerrijke omgevingen gebouwd. “Maar ergens hebben we een afslag gemist en zijn we grijze kolossen van heel veel verdiepingen in steden gaan bouwen”, stelt Math Luijten, Commercieel Manager Healthcare Cure bij Heijmans. “Maar ik denk dat iedereen die je het vraagt het liefst op een mooi groen landschap uitkijkt wanneer die persoon in een ziekenhuis ligt.”
Luijten zit samen met zijn Heijmans-collega Jan-Willem Burgmans en met Buddy Wijnands van de Dolmans Landscaping Group aan tafel om op uitnodiging van De Bloeimeesters met Greenpro te praten over het vergroenen van de zorg, en dan met name ziekenhuizen.
Want hoewel nut en noodzaak van groen in de zorg door steeds meer betrokkenen wordt ingezien, zijn de voorbeelden nog immer schaars. Ondanks het feit dat zowel Heijmans als Dolmans ondertussen bij verschillende projecten betrokken zijn. “Als bouwbedrijf kunnen wij alles over bouw en techniek vertellen”, zegt Luijten. “Maar eigenlijk willen we bij Heijmans dat techniek duurzaamheid ondersteunt en de gezondheid van gebruikers vergroot. En dat vergroening al in een veel eerder stadium wordt meegenomen in de bouwplannen in de zorg. Want op dit moment gebeurt dat niet integraal.”
“Klopt”, zegt Burgmans, die bij Heijmans programmamanager Biodiversiteit is. “Door zorgbestuurders wordt maar zelden een integrale uitvraag gedaan. Wij worden meestal heel traditioneel ingeschakeld voor bouw en techniek. Neem bijvoorbeeld het European Medicines Agency (EMA) in Amsterdam waar de architect weliswaar vanaf het begin heeft gedacht aan het welzijn van de medewerkers en groen een prominente plaats in het ontwerp heeft gegeven. Niet alleen om naar te kijken, maar als beleefbaar en toegankelijk groen. Toch is daar niet integraal genoeg, dus ook met een groenaannemer en een landschapsarchitect, naar gekeken. Met als resultaat dat het atrium, met al zijn beplanting, extra belicht moet worden, wat weer een hogere energierekening oplevert. Wat wij, Heijmans, van dat project hebben geleerd is dat je in een veel vroeger stadium met alle kennisvelden rond de tafel moet. Want uiteindelijk wil je naar natuurlijke oplossingen daar waar we nu nog vaak voor een technische oplossing kiezen. En nee, dat is echt niet duurder.”
“Groen is in geen enkel bouwproject duurder. Want bij mijn weten is verharding altijd duurder dan een gazon”, zegt Wijnands. “De echte vraag is: ben je bereid te investeren in een omgeving die hoe dan ook gezonder is. Zowel voor patiënten als voor zorgmedewerkers.”
Wijnands oogst bijval van Jan-Willem Burgmans. “Juist! Je geeft namelijk geen geld uit, maar investeert in groen omdat er ook baten aan gekoppeld zijn. Die baten worden nu nog zelden meegenomen.
Daarbij, waar vergelijk je die kosten dan mee? Met de kosten voor onderhoud aan technische installaties? Nou, dan ben ik heel benieuwd wat er meer kost.”
Wijnands knikt instemmend. “En dat we de waarde niet weten komt omdat groen nergens op de balans staat. Neem de openbare ruimte: riolering is een balanspost en wordt in een aantal jaar afgeschreven. Maar niemand heeft zijn bomenbestand of groene gevel op de balans staan. Terwijl, zodra je iets gaat waarderen ben je ook bereid erin te investeren. En zolang iets alleen maar een kostenpost is, gebeurt dat niet.”
Over de vraag of groenaannemers misschien te bescheiden zijn om al in een eerder stadium van (zorg)bouwprojecten aan tafel te zitten, hoeft Wijnands niet lang na te denken. “Dat denk ik inderdaad. Want de meeste groenaannemers kunnen ook best – al dan niet samen met een civiele aannemer – een parkeerplaats aanleggen of straatwerk uitvoeren. Maar we worden maar zelden gevraagd om op zulke opdrachten in te schrijven. Misschien moeten we daar actiever in worden. Maar goed: voor de bouw van een compleet ziekenhuis of zorginstelling moet je ons niet vragen, daarbij zijn we toch afhankelijk van de grote aannemers en of zij ons op tijd inschakelen.”
Luijten ziet daar gelukkig een kentering ontstaan. “In plaats van opdrachtgevers en onderaannemers spreken we bij Heijmans steeds vaker over partners in een bouwteam. En partners hebben het beste met elkaar voor, die helpen elkaar en betrekken elkaar. Wanneer je dus al in de selectiefase van een bouwproject de integraliteit waarborgt, zullen wij zoeken naar geschikte partners waarmee we die integraliteit kunnen invullen. Veel meer dan vroeger zullen we elkaars kennis en kunde moeten inbrengen en etaleren. Dat directieve is niet meer van deze tijd.”
Ook Burgmans meent dat de ouderwetse manier van aanbesteden en uitvragen niet de juiste resultaten oplevert. “In geloof veel meer in partnerschappen en elkaar uitdagen. Dus niet tot drie cijfers achter de komma iets uittekenen, maar alleen vragen om meer biodiversiteit. Een partner als Dolmans weet zelf heus wel hoe ze dat moeten verwezenlijken.”
Wijnands: “Dé sleutel ligt bij elkaar op gelijkwaardigheid beoordelen en samen de verantwoordelijkheid dragen. Ik heb al vaker gezegd dat een opdrachtgever de verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld het groenonderhoud best voor 10 of 20 jaar bij mij mag neerleggen. Want dan ga ik vervolgens heel goed bedenken hoe ik dat het beste kan aanpakken en kom ik met een andere oplossing dan wanneer ik alleen maar een tuin mag aanleggen. Het is niet erg om de markt antwoord te laten geven op jouw vraag.”
Volgens Charlot ten Dijke, moet de zorgsector heroverwegen hoe hun ruimtes bijdragen aan genezing en welzijn. “We moeten meer te weten komen, want anders kunnen we geen goede zorggebouwen maken,” benadrukt Ten Dijke. Haar benadering integreert groene, natuurlijke elementen die een “ongelooflijk positieve bijdrage leveren aan de hele sociale samenleving” en helpen bij het creëren van een ontspannen sfeer voor zowel bewoners als personeel. Ze legt uit dat de integratie van natuurlijke elementen zoals water, groen en licht niet alleen de esthetische waarde van een gebouw verhoogt, maar ook een cruciale rol speelt in het bevorderen van de gezondheid en het welzijn van de bewoners. “Onze gebouwen, ontworpen met groene ruimtes en natuurlijke lichtinval, bieden een serene omgeving die stress vermindert en het bewonersgeluk en herstelproces versnelt,” legt Ten Dijke uit. Ze is ervan overtuigd dat een weloverwogen architectonisch ontwerp direct kan bijdragen aan een betere levenskwaliteit voor bewoners.
Professor Van der Ham wijst op de wetenschappelijke onderbouwing van deze aanpak. “Groene omgevingen werken stressverlagend en verbeteren het werkgeheugen,” legt ze uit. Zij onderstreept ook het belang van zichtlijnen in de ontwerpen van zorginstellingen, waardoor bewoners zich gemakkelijker kunnen oriënteren en vertrouwd raken met hun omgeving. “Studies tonen aan dat groene omgevingen en natuurlijk licht essentiële componenten zijn voor mentale en fysieke gezondheid,” voegt Van der Ham toe. Haar onderzoek ondersteunt de ontwerpfilosofie die Tangram Architecten hanteert, namelijk dat een goed ontworpen zorgomgeving het algemene welzijn bevordert en misschien wel de afhankelijkheid van medicatie kan verminderen, al is voor dat laatste nog geen sluitend bewijs.
Het integreren van groen in zorggebouwen is niet slechts een esthetische keuze, maar een essentieel onderdeel van de architectuur die rekening houdt met de behoeften van gebruikers. “Onze gebouwen zijn vanaf het ontstaan van ons bureau gemaakt met groen, omdat we de mens centraal stellen in onze ontwerpen,” zegt Ten Dijke.
In een recente publicatie van Tangram Architecten wordt dieper ingegaan op het belang van natuur en architectuur in de bouw van zorginstellingen. Het boekje, getiteld ‘Met Zorg Ontworpen’, benadrukt de positieve impact van natuurlijke elementen op het welzijn van bewoners en personeel in zorgomgevingen.
Het behandelt ook de economische voordelen van groene zorgarchitectuur. Door duurzame materialen en energie-efficiënte ontwerpen te gebruiken, kunnen zorginstellingen op lange termijn kosten besparen. “Duurzame praktijken leiden niet alleen tot een lagere ecologische voetafdruk maar dragen ook bij aan de financiële gezondheid van zorginstellingen door lagere operationele kosten,” licht Ten Dijke toe. Deze benadering toont aan dat financiële en ecologische duurzaamheid hand in hand kunnen gaan in de zorgsector.
Een belangrijke vraag is of deze benadering economisch haalbaar is. Van der Ham bevestigt dit: “Er zijn duidelijke aanwijzingen dat een groene omgeving niet alleen de gezondheid ten goede komt, maar op de lange termijn ook kosten bespaart door bijvoorbeeld minder zorggebruik en een hogere productiviteit van het personeel.”.
Het project Zuidoever, een wooncomplex met 54 huurappartementen voor ouderen met een zorgindicatie op de Amsterdamse Zuidas en ontworpen door Tangram Architecten, dient als een exemplarisch voorbeeld van hoe de integratie van natuur en architectuur een helende omgeving kan creëren voor ouderen. Dit project benadrukt de visie van het creëren van ruimtes die niet alleen esthetisch aangenaam zijn, maar ook bijdragen aan het welzijn en de gezondheid van de bewoners. Charlot ten Dijke beschrijft hoe Zuidoever is ontworpen met grote ramen en natuurlijke lichtinval die de grenzen tussen binnen en buiten vervagen, waardoor bewoners zich meer verbonden voelen met de natuurlijke omgeving.
In Zuidoever is speciale aandacht besteed aan de gemeenschappelijke ruimtes die ontworpen zijn om sociale interactie en activiteiten te bevorderen, wat cruciaal is voor het verminderen van eenzaamheid onder ouderen. Deze ruimtes zijn zo geplaatst dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn vanuit verschillende delen van het gebouw, waardoor ze een natuurlijk ontmoetingspunt vormen voor bewoners. Het project kent geen gangen, slechts verblijfsruimtes en onderstreept daarmee ook het belang van flexibiliteit in het ontwerp, zodat ruimtes kunnen worden aangepast aan de veranderende behoeften van de bewoners door de tijd heen.
Zuidoever illustreert hoe doordacht ontwerp kan bijdragen aan een verbeterde levenskwaliteit door een omgeving te bieden die niet alleen veilig en functioneel is, maar ook esthetisch verrijkt en sociaal stimulerend. Het project dient inmiddels als een baken van innovatie in zorgarchitectuur, waarbij de principes van natuurintegratie en mensgericht ontwerp worden toegepast om een duurzame en ondersteunende woonomgeving voor ouderen te creëren. Ineke van der Ham is als neuropsycholoog nauw bij de evaluatie en het vervolgonderzoek van het project betrokken. Ze roemt de groene zichtlijnen in het complex: “Voor het overzicht en de oriëntatie van ouderen zijn die heel belangrijk. En ze bieden meteen een gevoel van rust en geborgenheid.”