Platform voor de tuin- en groenprofessional
‘Als we op tijd aan tafel zitten zoals bij een voorontwerp, kunnen we nog sturen’
Daktuin met inheemse en uitheemse planten.

‘Als we op tijd aan tafel zitten zoals bij een voorontwerp, kunnen we nog sturen’

De Bloeimeesters verbreden assortiment door altijd iets nieuws in te zetten en te kijken of het werkt

Kennis over groen en over de bodem is de basis. Verder is niks zwart-wit bij het ontwerpen van een tuin, want elke situatie is maatwerk. Dat is de insteek van tuinarchitect Arjan Boekel, die aangesloten is bij De Bloeimeesters, een samenwerkingsverband tussen een groep groene professionals. De boodschap van De Bloeimeesters: het belang van sortimentskennis bij projecten.

Beplanting in waterinfiltratiezone.

De prijswinnende tuinarchitect Arjan Boekel startte zijn bedrijf Boekel Tuin en Landschap circa veertien jaar geleden. Aanvankelijk ontwierp hij met name tuinen van particulieren. De laatste jaren zijn daar ook (semi-)openbare projecten bij gekomen, vaak in samenwerking met andere landschapsarchitecten, waarbij hij het projectteam aanvult met zijn kennis over de beplanting.

Beplanting staat bij De Bloeimeesters altijd centraal, zo ook bij Boekels ontwerpen. ‘De grootste stap in verduurzaming van de buitenruimte wordt gezet door een stenige ruimte te veranderen in een groene ruimte’, verklaart Boekel. Naast beplanting heeft halfverharding zijn voorkeur boven verharding, zodat het regenwater goed kan infiltreren.

Arjan Boekel.

Boekel laat groen eerst een ruimtelijke rol spelen, je kunt namelijk een ruimtelijk plan versterken door slim gebruik te maken van hoogte, massa en transparantie in beplanting. Boekel denkt ten aanzien van ruimtelijkheid daarom in lagen, die hij bewust vult met beplanting, of niet. Een echte handtekening hebben zijn ontwerpen niet, omdat het altijd draait om maatwerk. Hij geeft echter wel vaak de voorkeur aan het nabootsen van de rijkdom en gelaagdheid van een bosrand. Bomen, met daaronder bijpassende struikvormers en tot slot vaste planten. Alles op de juiste plek, soms los van elkaar, soms boven elkaar toegepast. Maar beplanting speelt ook een rol ten aanzien van functionaliteit, gevoel van veiligheid en geborgenheid creëren, microklimaat, waterinfiltratie, seizoensdynamiek en meer biodiversiteit.

Gelaagdheid.

Beplantingskennis zien De Bloeimeesters dan ook als basis voor een goed ontworpen tuin. Boekel legt dat uit: ‘Er zijn wel aardig wat goede beplantingsontwerpers, om te beginnen binnen samenwerkingsverband De Bloeimeesters. Maar ik realiseer me dat ik daarmee in een bubbel zit met gelijkgestemden, die over hetzelfde kennisniveau beschikken,’ zegt Boekel. ‘Maar breed in het veld zie je onvoldoende kennis over de bodem en het sortiment om echt creatief te ontwerpen. Er wordt veel gekopieerd en weinig geïnnoveerd door tuinarchitecten. Ondanks een breed plantenaanbod is er vrij weinig vernieuwing.’

Elke plek is maatwerk

Voorbeelden van vernieuwde planten zijn volgens Boekel lastig te geven omdat iedere situatie maatwerk is. Wel is de trend dat het steeds wat natuurlijker mag ogen en ook de vraag naar inheemse beplanting neemt toe. De moeilijkste plekken zijn eigenlijk het leukst! Denk daarbij aan tochthoeken bij een bepaald gebouw, omstandigheden op een dak, schaduwplekken, of een arme droge grondsoort. Aan die geldende omstandigheden moet het plantenpallet nauwkeurig worden aangepast.

‘Zonder gedegen kennis van de situatie en over welke planten het daar goed kunnen doen, ga je als tuinarchitect linksom of rechtsom een keer de mist in. Dan zullen bepaalde planten op korte op lange termijn niet of slecht aanslaan en wordt niet het beeld behaald dat je als ontwerper voor ogen had. Soms betekent het dat je op een plek eerst een schop in de grond moet zetten om te zien hoe de bodem eruit ziet. Het gaat dan ook nogal eens fout als de aannemer of ontwikkelaar slechte grond aanbrengt en er geen budget is gereserveerd om de grond te verbeteren. Dan helpt het als we al vroeg in het proces zijn betrokken en kunnen hameren op een gedegen grondkeuze en controle!’

Maatwerk betekent dat de invulling van een ontwerp nooit een standaard invuloefening is. Ook de discussie over inheems of niet is dan niet zo zwart-wit. Beplanting laten aansluiten op de omgeving is Boekels leidraad. Dat betekent soms inheems, soms uitheemse soorten als die zorgen voor een langere belevingswaarde. Soms soorten die meer biodiversiteit aantrekken, soms soorten die meer visueel brengen. En op bepaalde plekken, zoals in de binnenstad of op een dak, groeien soorten uit bijvoorbeeld Zuid-Europa soms beter dan onze inheemse verwanten. Dan kun je – ook met het ook op klimaatverandering – beter inzetten op uitheems.

Af en toe uitproberen

Bij het kiezen voor soorten zoekt Boekel een balans tussen het toepassen van betrouwbare, sterke planten en het durven toepassen van soorten die nog niet algemeen gebruikt worden. ‘Voor De Bloeimeesters is het vooral inspirerend om aan de voorkant te opereren bij projecten. Er blijft namelijk minder uitdaging over als aan het einde van de ontwerpfase de omstandigheden al zijn bepaald en de tuin- of landschapsarchitect dan pas wordt gevraagd om “nog even de beplanting in te kleuren”. Als we op tijd aan tafel zitten zoals bij een voorontwerp, kunnen we nog sturen op beplantingsconcepten en eventuele grondverbetering. Ook kunnen we dan goed aftasten en meepraten over het beheer na de aanleg. Weer zo’n cruciale factor die vaak wordt vergeten. Als we op tijd mogen meepraten, krijgen we ook vaker de ruimte om iets anders te proberen dan de gebruikelijke soorten, omdat je dan een sterker concept kunt neerzetten. Iets nieuws inzetten en kijken of het werkt, is uiteindelijk de enige manier om het sortiment te verbreden en steeds weer te zorgen voor een unieke op maat gemaakte beplanting.’

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details