- Algemeen
- Openbaar groen
- Machines & Materieel
- Tuinaanleg & Onderhoud
- Digitalisering & Software
- Sportvelden
Opleiding Toekomstgerichte Groenvoorziener
“Op beleidsniveau wordt steeds meer waarde gehecht aan groen, maar de groenvoorzieners weten niet altijd waarom ze iets op een bepaalde manier doen”, vertellen de trainers van de nieuwe Opleiding Toekomstgerichte Groenvoorziener van IPC Groene Ruimte. Met deze nieuwe opleiding krijgen uitvoerenden meer kennis over biodiversiteit en klimaatadaptatie. “Hiermee willen we het vakmanschap terugbrengen.”
Nick van Oort, trainer bij IPC Groene Ruimte, vertelt: “Bij onze opleidingen merkten we dat groenvoorzieners niet altijd goed begrijpen waarom ze bepaalde werkzaamheden uitvoeren. Waarom moet je een haag snoeien? Waarom kan ervoor gekozen worden om niet te schoffelen en ‘onkruiden’ – zo noemen wij ze niet, het zijn kruiden – te laten staan? Waarom kan het belangrijk zijn om minder te maaien? We hebben daarom een nieuwe opleiding opgezet, waarbij we meer met ecologische basisprincipes aan de slag gaan in plaats van alleen met de uitvoerende werkzaamheden.”
Joris van Gorp, eveneens trainer, vult aan: “Op beleidsniveau wordt er steeds meer waarde gehecht aan groen en biodiversiteit. Met de nieuwe opleiding willen we de vertaalslag maken van het beleid naar de mensen die dat beleid in de dagelijkse praktijk uitvoeren. Op het moment dat de uitvoerenden de waarom-vraag beter snappen, zie je dat het groenbeleid positief verandert.”
De opleiding is bedoeld voor wie al werkzaam is in de groenvoorziening of daar als zij-instromer in begint. Van Gorp: “We breiden hun basiskennis uit met kennis rondom biodiversiteit en klimaatadaptatie: welke veranderingen komen er in de toekomst en hoe kunnen we die al implementeren in het groen? Daarnaast gaat het ook over communicatie en bewustwording. De groenvoorziener van de toekomst snapt wat er speelt én kan aan de omstander – de burger, de opdrachtgever – uitleggen waarom hij bepaalde werkzaamheden wel of niet uitvoert. Het gaat over signaleren en rapporteren, want wie buiten aan het werk is, is de ogen en oren van ons groen. Het gaat over beheer en onderhoud, en over aanleg. De vakman of vakvrouw in het veld moet tegenover de architect kunnen verwoorden waarom een bepaald ontwerp niet duurzaam of niet haalbaar is. Dat vergt vakmanschap en kennis.” De opleiding beslaat 12,5 dagen. Van Gorp: “In de ochtenden ligt de nadruk op theorie, ’s middags gaan we naar buiten om de theorie uit te voeren of op locaties te kijken hoe het daar is aangepakt.”
“De deelnemers zijn al goed in uitvoerende taken, maar nu gaat het over de theorie erachter”, zegt Van Oort. “Een volledig begrip van wat je doet geeft meer passie voor je vak. Je bent niet alleen een snoeier of een schoffelaar.” Van Gorp: “Te vaak wordt gezegd: ‘Als je niks kan, kan je nog bij de groenvoorziening werken’. Ja, iedereen kan een schoffel vasthouden. Maar het is wel degelijk een vak. Er is vakkennis nodig, zoals kennis van de bodem en van de planten. We willen dat vakmanschap terugbrengen, zodat de groenvoorziener weer trots kan zijn op zijn vak.” Van Oort: “Bij de huidige uitdagingen wordt groen steeds belangrijker. Daarom moeten we de uitvoerenden weer belangrijk durven maken. Geef de groenvoorziener kennis en kunde, zodat hij zijn vak met trots kan uitdragen.”