Duurzame toekomstperspectieven voor wiel- en knikladers

Nieuwe technologie door strengere uitstootnormen

Al meer dan dertig jaar worden er in de fabriek van Gebroeders Geens NV in Hoogstraten veelzijdige machines voor onder meer tuinaanleg en bestratingswerken ontworpen en geproduceerd. Het familiebedrijf blijft daarbij trouw aan vaste waarden, maar houdt de blik ook stevig op de toekomst gericht. Met enkele nieuwe ontwikkelingen streeft de tweede generatie Geens naar duurzame topprestaties voor groenere vooruitzichten.

De missie van Gebroeders Geens NV is in dertig jaar onveranderd gebleven: met de ondertussen gekende gele Knikmops wil het bedrijf diverse aannemers het zware werk letterlijk uit handen nemen. De compacte kniklader laat zich daarom niet alleen kenmerken door een hoge opbreekkracht en groot tilvermogen, maar kan met behulp van een uitgebreid assortiment hydraulisch aangedreven aanbouwdelen bovendien voor de meest uiteenlopende werken ingezet worden. Diverse bakken en maaiers, houtklievers, onkruidborstels, grondfrezen en egalisatieframes maken de Knikmops onder meer voor de tuinprofessional tot een uiterst dienstbare machine.

Het prototype van de elektrische Knikmops wordt al volop getest. Bij de aanleg van dit zwembad verzekert de stille motor alvast de rust van alle omwonenden.

In huis ontwikkeld

Net als handgereedschappen, echter, ontsnappen ook wiel- en knikladers niet aan de roep om duurzamere prestaties. Zo komt de Europese verplichting om enkel nog machines met Stage V dieselmotoren op de markt te brengen gestaag dichterbij, en gaan diverse fabrikanten al op zoek naar elektrische alternatieven. Gebroeders Geens NV heeft daarvoor een geheel eigen engineering afdeling, die vandaag alles in het werk stelt om duurzame aandrijvingen ook aan de vaste waarden van comfort, kwaliteit en betrouwbaarheid te binden.

Grotere werken vergen grotere machines, zoals de Knikmops 180 TE, hier uitgerust met grondbak met klauw.

Stage V

Om de uitstoot van (diesel)motoren te beperken, legt Europa al sinds het begin van deze eeuw productienormen op. Die worden geleidelijk aan strenger, en culmineren dit jaar in de Stage V normen. Gevolg? Vanaf 2021 mogen er in de klasse tot 56 kW en boven 130 kW enkel nog machines met Stage V dieselmotoren geproduceerd worden. Die motoren zorgen voor een aanzienlijke reductie van de uitstoot, maar zijn doorgaans ook groter en complexer dan hun voorgangers. “Het inbouwen van zo’n motor vergt best wat aanpassingen aan de machine”, weet productspecialist Bert Geens. “Om ervoor te zorgen dat het chassis van onze Knikmops knikladers zo compact mogelijk kon blijven en dat de gebruiker niet moest inboeten op comfort, hebben we dan ook onze tijd genomen om de engineering volledig op punt te zetten.”

Konden de kleine modellen mits minieme aanpassingen verder met Kubota-motoren geproduceerd worden, dan bleek de upgrade van de grotere modellen een iets stevigere uitdaging. “Bij de Knikmops 180 en 250, met een vermogen van respectievelijk 33 kW en 36 kW, vroeg de vlotte inbouw van de nieuwe Stage V motoren meer paswerk, bijvoorbeeld voor de integratie van de grote roetfilter in ons compact chassis. Met ondersteuning van de motorfabrikant wisten we echter ook dat te realiseren. Bovendien profiteren de machines dankzij de nieuwe motoren van een uiterst goede gasrespons en een stillere werking. Vooral dat laatste is in verstedelijkt gebied vaak een doorslaggevend punt.”

Dankzij het ruime assortiment aan aanbouwdelen, zoals deze onkruidborstel, kan de kniklader voor de meest uiteenlopende taken ingezet worden.

Elektrisch

Nog stiller, natuurlijk, is een elektromotor. “Na de auto-industrie en de markt van de handgereedschappen, gaan ook in onze sector stemmen op voor een verdere elektrificatie”, weet communicatieverantwoordelijke Marleen Geens. “Maar net als in die andere sectoren, is ook hier autonomie een heikel punt. Willen we een duurzame elektrische oplossing lanceren, dan moet die wat ons betreft in ieder geval even betrouwbaar en gebruiksvriendelijk zijn als zijn dieselaangedreven tegenhanger. Dat betekent dat hij een volledige dag dienst moet kunnen doen.”

Op de engineering afdeling passeerden daarvoor eerder al twee prototypes de revue. “Ondertussen hebben we een concept uitgewerkt dat bijzonder energiezuinig is en dat daardoor ook met een beperkte batterij – en dus een relatief beperkte kostprijs – een lange autonomie kan verzekeren.”

“Verschillende van onze vaste klanten nemen met dat prototype nu de proef op de som”, vervolgt Marleen Geens. “Ze zetten de machine in hun dagelijkse werking in, vergelijken de prestaties met die van hun vertrouwde dieselaangedreven Knikmops en bezorgen ons wekelijks een logboek met gedetailleerde gegevens over de batterijlading, de uitgevoerde werken, energieverlies, laadtijd, enzovoort. Zo komen we perfect te weten hoe energiezuinig onze elektrische Knikmops precies is en hoe onze klanten de machine ervaren. En dat geeft op dit moment alleen maar blijk van een mooie toekomst, waarin voldoende autonomie wel degelijk een haalbare kaart is.”