Platform voor de tuin- en groenprofessional
PDPO-project bundelt Oost-Vlaamse praktijkvoorbeelden
Dankzij een combinatie van bodemadditieven stegen de gemiddelde hoogte en bloeiscore van de Nepeta naar respectievelijk 59,1 cm en 4,4.

PDPO-project bundelt Oost-Vlaamse praktijkvoorbeelden

Naar een efficiënt waterbeheer met groenzones

Vanwege het veranderende klimaat en de opeenvolging van waterschaarste en -overlast is het soms moeilijk om de kwaliteit en functionaliteit van groenzones te bewaren. Het PDPO-project ‘Naar een efficiënt waterbeheer met groenzones’ speelt hierop in en wil aan de hand van uitgewerkte demonstratieve groenzones in Oost-Vlaanderen kennis en praktijkvoorbeelden rond efficiënt waterbeheer bundelen en verspreiden.

Tekst Eva Reybroeck & Jesse Tavernier    |    Beeld PCS

De extreme weersomstandigheden van de laatste jaren zijn niemand ontgaan. Nog nooit sinds de start van de metingen was het neerslagtekort in de aanloop naar de zomer zo groot, en voor het vierde jaar op rij werden we de voorbije maanden geconfronteerd met uitzonderlijke droogte. De wintermaanden, daarentegen, worden alsmaar natter, met seizoenale wateroverlast tot gevolg. Bomen en planten lijden daaronder.

Door bij de aanleg en het onderhoud van groenzones te kiezen voor droogte-tolerante planten en technieken voor efficiënt waterbeheer, kan je echter klimaatbestendige groenzones creëren. PCS onderzoekt en demonstreert de mogelijkheden in drie Oost-Vlaamse gemeenten en bespreekt in dit artikel de eerste resultaten.

Op PCS werd een wadi ingeplant met diverse vegetatietypes.

Demonstratieprojecten

Afgelopen voorjaar werden drie demonstratiezones aangelegd in Oudenaarde, Dendermonde en Aalter. Er werden verschillende bodemvoorbereidende en -verbeterende technieken toegepast; ook het gebruik van afdekmaterialen en antiverdampingsmiddelen wordt gedemonstreerd. Op PCS worden daarnaast verschillende beplantingstypes voor een wadi getest.

De verschillende groenzones worden op regelmatige basis door PCS opgevolgd. De plantkwaliteit (o.a. uitval, bloei, groei, stressindicatoren…) wordt beoordeeld en het bodemvochtgehalte opgemeten. De gemeentes registeren dan weer hoe frequent de beplantingen water nodig hebben.

Betere bloei en groei

In Dendermonde werd het Hagewijkpark aangeplant met verschillende heesters: Berberis, Symphoricarpos, Hydrangea, Hypericum, Spiraea, Rudbeckia en Nepeta. Bij de aanplant werden diverse bodemadditieven gebruikt (compost, bentonietkorrels, waterpolymeren en een combinatie van de drie) en vergeleken met een onbehandelde bodem. De additieven zorgen ervoor dat de bodem het water beter vasthoudt, waardoor er in de groenvakken een waterbuffer ontstaat en er minder vaak water gegeven moet worden. Compost en de combinatie van bodemadditieven blijken alvast bij Nepeta voor een betere bloei en groei te zorgen.

Hoger bodemvochtgehalte

In Oudenaarde werden in acht groenzones rozen aangeplant en worden de producten Karisol, Oenosan en TerraCottem uitgetest. Karisol is een organische bodemverbeteraar, die zorgt voor een verhoging van het organische stofgehalte in de bodem en een betere plantengroei; Oenosan is een natuurlijke kalkmeststof die de plantafweer activeert; en TerraCottem is een fysische bodemverbeteraar die door de aanwezige biostimulanten en waterpolymeren ook zorgt voor een verhoogde weerstand tegen droogtestress. In vergelijking met de controle verhoogden al deze producten het bodemvochtgehalte, al is het nog afwachten of de groenzones daardoor ook effectief minder water nodig hebben.

Als bodembedekker werd daarnaast op de helft van de plantvakken containermulch aangebracht. Dit leidde tot een 17,8 % hoger bodemvochtgehalte dan bij de groenzones zonder containermulch.

Op de plantvakken in Oudenaarde werd containermulch aangebracht, met een duidelijke impact op het bodemvochtgehalte.

Meer biodiversiteit in wadi’s

Door de steeds extremere weersomstandigheden is het tevens nodig om onze rioleringen te ontzien en de ondergrondse watertafel op peil te houden, bijvoorbeeld door de aanleg van wadi’s en infiltratiebekkens. In plaats van deze bekkens – zoals meestal gebeurt – met een uniform, eentonig grasmengsel in te planten, werden op de terreinen van PCS twee wadi’s aangelegd voor de demonstratie van alternatieve invullingen.

In de eerste wadi worden twee substraattypes gedemonstreerd: een zandsubstraat enerzijds en een kleisubstraat anderzijds. Beide werden ingeplant met een aangepaste beplanting met hoge tolerantie voor wisselvocht. Via het systeem van Iersel kan het waterpeil in de wadi kunstmatig aangepast worden voor de creatie van zowel natte als droge condities, en kunnen de beplantingen optimaal opgevolgd worden.

De tweede wadi wordt dan weer gebruikt om verschillende natuurlijke vegetatietypes te demonstreren, met name een natuurlijke vegetatie met maaibeheer, een zone met natuurlijke kruiden/bloemenmengsels en een zone met inheemse heesters.

Laat van je horen!

Voor de verdere uitbouw van het project vraagt PCS feedback vanuit de sector. Welke technieken rond waterbeheer worden al toegepast? Wat zijn je ervaringen hiermee? Wat zijn de effecten van langdurige droogteperiodes op de aanleg en het beheer van groenzones? Ken je inspirerende voorbeelden van waterefficiënte ontwerpen?   


Onderzoek met steun van de Vlaamse Overheid, het Agentschap Innoveren & Ondernemen, de Europese Unie, de Provincie Oost-Vlaanderen, Boerenbond en AVBS, dé sierteelt- en groenfederatie.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details