Platform voor de tuin- en groenprofessional
Stop met speelplekjes, maar maak een echt uitdagende buitenruimte
‘Ouders, laat je kind zo jong mogelijk zelfstandig naar school gaan.’

Stop met speelplekjes, maar maak een echt uitdagende buitenruimte

De openbare ruimte claimen voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten

‘Kinderen, ga buiten spelen’. Erik Scherder legde bijvoorbeeld in het tv-programma Het Klokhuis uit waarom kinderen buiten moeten spelen. “Buiten spelen is belangrijker dan een extra les rekenen.” Kernwoorden: nieuwe dingen doen, uitgedaagd worden en het moet moeite kosten. 

Kabelbanen en superhoge draadpiramides, plekken die de moeite waard zijn om 5 minuten voor te lopen

Dit betekent dat we moeten investeren in echt uitdagende krachtige speelplekken die ertoe doen, met toestellen waarop je niet uitgekeken raakt, plekken waar je iedere keer weer hoger-verder-sneller kunt en durft, losse materialen waarvan je iedere keer weer nieuwe eigenschappen en mogelijkheden kunt ontdekken, natuur die ieder jaargetijde anders is. Ook spelen met andere kinderen van je eigen leeftijd, met weer andere beperkingen dan die jij hebt en ook leren van andere mensen van verschillende leeftijden. Dus ook stoppen met segregatie. Waarom liggen bijvoorbeeld die skatebanen vaak achteraf? Hoe gaaf is het niet om je tricks te laten zien aan ouders die met hun kinderen naar de speelplek komen? En als je erop let: op skatebanen zie je echt dat de gevorderde, soms 10 jaar oudere, ‘hang’-jongere de ‘kleine’ helpt om de tricks onder de knie te krijgen. Waarom zien we tegenwoordig beweegtoestellen geplaatst worden op andere plekken dan bij de grotere speelplekken?

Kabelbanen

Dit betekent centralisatie van voorzieningen en dat er in iedere wijk ten minste een krachtige speelplek is waar echt iets te doen is: kabelbanen en superhoge draadpiramides, plekken die de moeite waard zijn om 5 minuten voor te lopen, al dan niet met je (klein)kind. Als dit betekent dat we moeten ophouden met van die weinig betekenende speelplekjes tussen de woningen aan te leggen (waar nog geen 20 kindjes wonen). Let it be. Het rendement van euro per speeluur op dergelijke plekjes is beschamend laag. Daar waar nog wel veel kinderen wonen zijn ‘opstapplekken’ een goede aanvulling voor een levensloopbestendige structuur om de inrichting van de openbare ruimte in te zetten voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten (BOSS). 

Dit is dan ook een oproep om te investeren in levende speeltuinverenigingen met een open visie voor de hele buurt.

Een goed gezoneerde beweeg, ontmoet, speel- en sportplek (BOSS) biedt uitdaging voor jong en oud.

Kansen te over

De schoolpleinen plus ruime omgeving aanpassen. Dus laten we ruimte claimen, gedrag en lesmethoden beweeglijk maken en ouders en buurten veranderen. Laten we de groene ruimte, wegen, stoepen en zelfs watergangen rondom de scholen opeisen als speelruimte. 

De norm voor schoolplein per kind is 3 vierkante meter per kind (0,12 m2/kg), voor een vrije-uitloopkip is dit 4 vierkante meter per kip (1,82 m2/kg).

Het is aan ons om nu de juiste keuzen te maken.

Daarvoor moeten we buiten de hekken gaan denken, ook tijdens pauzes. Waarom mag de bovenbouw vaak niet tijdens een pauze naar het trapveld om de hoek? Het werkt heel goed om afspraken met deze jonge mensen te maken dat ze op tijd terug zijn, en anders gaat het een dagje niet door.

Maar ook ouders moeten opgevoed worden. Daarvoor zullen we schooldirecties moeten ondersteunen om in te voeren dat kinderen die met 5 minuten lopen of 15 minuten fietsen op school kunnen komen, niet met auto gebracht mogen worden. Het halen van de beweegnorm is niet moeilijk. Maar ouders, laat je kind zo jong mogelijk zelfstandig naar school gaan. Natuurlijk vergt dat tijd om kinderen te leren en los te laten. Niet alleen omdat daarmee het brein van kinderen beter ontwikkelt zoals Erik Scherder vertelt; het geeft jouw kind zelfvertrouwen en je gunt het ook de kans om zelfstandig de leefomgeving te ontdekken. En dat je op de iets langere termijn niet meer elke dag bij het schoolhek moét staan is ook nog eens mooi meegenomen (De mening van de auteur die dat wachten bij het schoolplein maar niets vond; red.).

‘Gemeenten, jullie laten enorme kansen liggen om bijvoorbeeld schoolomgevingen/IKC hét hart van de wijk te laten zijn! ‘

Verplicht een uur naar buiten

Sjoerd van Rossem van speeltoestellen leverancier Kompan pleit om iedere schooldag los van de pauzes verplicht 1 uur naar buiten te gaan, wat ook mooi aansluit op het claimen van de schoolomgeving. Wat kinderen dan doen (herbarium maken, educatie, spelen, klussen, sporten etc.) kan de school dan zelf bepalen. 

Gemeenten, jullie laten enorme kansen liggen om bijvoorbeeld schoolomgevingen/IKC hét hart van de wijk te laten zijn! Kom met gewaagde plannen om de hele verkeersafwikkeling in wijken te durven aanpakken voor leefbare wijken met een eigen hart. Laat zien dat je een kloppend hart hebt voor de kinderen, jeugdigen en jongeren waarvoor je als gemeente zorgplicht hebt.

Sportcomplexen

Waarom zijn er zoveel sportcomplexen midden in de wijk met een dik hek eromheen?  

Waar op een vakantiedag niet even een balletje getrapt mag worden, de enige plek in de wijk waar je heen zou kunnen om een vlieger op te laten? Bosplantsoen eromheen en ertussen waar het laatste kind uit verdreven is? Waarom worden de kansen niet gezien om als club clinics te geven voor (nog) niet-leden die op een vrije middag na school heel graag even op het kunstgrasveld zouden willen doeltrappen?

Een onverwachte zijn misschien wel de industrieterreinen. Om te wandelen ligt het groene buitengebied natuurlijk vooraan in de gedachten. Maar waarom niet meer aandacht om de kantoorparken en industrieterreinen bij het bewegen, ontmoeten spelen en sporten te betrekken? Er zijn zoveel kansen om mensen te verleiden om even hun wijk uit te gaan om een rondje te gaan lopen, te gaan bootcampen, een minimarathon te gaan lopen. Ook op industrieterreinen, als die maar interessanter en beter ontsloten zouden zijn. Denk aan betere voet- en fietspaden langs de wegen. Maar ook om te stimuleren om op de fiets te stappen naar het werk, en dan de route ernaartoe daarvoor in te richten volgens het principe zoals Marco te Brömmelstroet Professor in Urban Mobility Futures at University of Amsterdam schrijft: “Ontwerp een straat naar hoe je wilt dat mensen zich verplaatsen, niet hoe ze zich nu verplaatsen.”

En natuurlijk ook om pauzewandelingen interessanter te maken, al dan niet met beweegbordjes van Stichting Vrij.

Waarom mag de bovenbouw vaak niet tijdens een pauze naar het trapveld om de hoek?

Hoe gaaf is het ook om als jeugdige over de industrieterreinen te zwerven?! Om misschien uitgenodigd te worden om eens te kijken wat er allemaal in Nederland nog wel gemaakt wordt, om geïnteresseerd te raken voor een technisch beroep, maar ook om bouwmateriaal uit de containers te mogen vragen om een hut te bouwen. 

Natuurlijk zijn er bezwaren, maar zal het niet zo zijn dat de kosten om zo nu en dan eens een hut te moeten opruimen, het risico om jezelf een keer te verwonden, opwegen tegen de baten van gezondere kinderen die in hun jonge leven al materiaalkennis opdoen die ze nooit meer vergeten, natuurkundige principes zich eigen maken zonder een boek open te slaan, weerstanden opbouwen waar geen vaccin voor nodig is, conditie opbouwen en vet verbranden zonder sportschool, leren samenwerken zonder projectonderwijs, tastbare, niet-digitale steden leren te bouwen van takken en planken … De openbare ruimte claimen voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten is toch geen utopie!  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details