Vier stellingen over afwatering. Waar of niet waar?

De droogte heeft namelijk als gevolg dat grond en riolering het moeilijker krijgen om de steeds intensere buien te slikken. Vertrekkende vanuit vier courante veronderstellingen, licht Karolien Vanovertveld van ACO het belang van een goed waterbeheer toe.

Niet waar. “Volgens de regels van de kunst helt een terras zo’n twee procent af, meestal richting de tuin. Laat je water in zo’n geval zonder afvoergoot naar de tuin stromen, dan krijgt die lokaal, langs de rand van het terras, plots heel veel water te slikken. Zeker wanneer de buien intens of langdurig zijn, kan dat in een zompig gazon resulteren.”

“Plaats je op het laagste punt van het terras daarentegen een afvoergoot, dan vang je het regenwater op en kan je de afvoer ervan reguleren. Dat kan door het water rechtstreeks te laten afvoeren naar de riolering, maar net zozeer door de afvoer aan te sluiten op een regenwatertank of infiltratievoorziening.”

Waar. “De voorkeur gaat inderdaad altijd uit naar de lokale verwerking van regenwater, om verschillende redenen. Ten eerste is water de dag van vandaag een schaars goed. Bruikbaar water door de rioleringen laten weglopen is allerminst een milieuvriendelijke oplossing. Bovendien kunnen rioleringen bij felle regenbuien overbelast geraken, wat leidt tot overstromingen. Hergebruik van regenwater, daarentegen, verlicht de druk op het drinkwaternet, terwijl geleidelijke infiltratie ervoor zorgt dat het grondwaterniveau op peil blijft. Twee noodzakelijke ingrepen om ons milieu en onze watervoorziening veilig te stellen.”

Voor hergebruik van regenwater volstaat het om afvoeren aan te sluiten op de regenwaterinstallatie; voor lokale infiltratie zijn er verschillende oplossingen. “Het opzet is telkens hetzelfde: water opslaan en geleidelijk aan weer aan de bodem afgeven. Infiltratiekratten, zoals onze Infiltra 2.0, zijn hiervoor de meest gekende oplossing. Met een kunststof krat van 60x60x60 centimeter, bekleed met geotextiel en aangesloten op de afvoer, kan je tot 205 liter water bufferen.”

“Uniek is daarnaast onze Infiltration Line. Dit systeem maakt gebruik van rotswolblokken om water te absorberen en vervolgens weer rustig af te geven. Het werd volledig in lijn met de Vlaamse verordening rond infiltratie ontworpen en heeft een buffercapaciteit van ruim 112 liter per blok. Met een afmeting van 100x20x60 centimeter volstaat het hier trouwens om een smalle sleuf te graven.”

Niet waar. “Het spreekt voor zich dat een afvoergoot functioneel moet zijn. Het moet water nu eenmaal op een afdoende en efficiënte manier kunnen afvoeren. Maar dat betekent niet dat het een doorn in het oog van de bewoner moet zijn. Ons gamma is zodanig uitgebreid, dat zelfs de meest doorgewinterde designer er zijn gading vindt.” 

Klassieke roostergoten zijn bijvoorbeeld beschikbaar in diverse kleuren en materialen. “Gegalvaniseerd staal, gietijzer en inox behoren allemaal tot de mogelijkheden, en door verschillende coatings kan je de kleur van het rooster ook perfect afstemmen op bijvoorbeeld terrasbekleding of schrijnwerk. Daarnaast zijn er ook smallere goten van 6 in plaats van 10 centimeter beschikbaar, en designuitvoeringen zoals het gietijzeren Euroline Voronoï rooster.” En dan zijn er nog de subtiele, praktisch onzichtbare sleufgoten. “Hoewel de goot zelf nog steeds 10 centimeter breed is, is op het terras enkel een sleuf van 1,6 centimeter te bemerken.”

Niet waar. “In vergelijking met een roostergoot, waarbij je het rooster gewoon kan opheffen om de goot te reinigen, vraagt het wel een zekere aanpassing. Bij een sleufgoot voorzie je daarom op begin en einde, en bij lange goten eventueel ook tussenin, een toegangsluik. Daarvoor leveren we de nodige materialen mee, die perfect met dezelfde terrasbekleding afgewerkt kunnen worden. Het volstaat dan om het toegangsluik te openen, eventueel vuil te verwijderen en de goot met de tuinslang uit te spoelen.”