Tagarchief: eikenprocessierups

Bestrijdingsmiddel eikenprocessierups wekt grote interesse

Gefixeerd-nest-eikenprocessirups
Lees het gehele artikel

Biologisch middel voor iedereen bruikbaar

Het seizoen van de vervelende eikenprocessierups is gestart, laat het Kenniscentrum Eikenprocessierups weten. Deze rups kan ernstige gezondheidsklachten bij mens en dier veroorzaken. Het Kenniscentrum meldt dat grondnesten, waarbij de rups lange tijd in de bodem kruipt, de traditionele bestrijding minder effectief maakt. Gelukkig is er ook goed nieuws. Er is een middel ontwikkeld dat door het ministerie is goedgekeurd, 100% natuurlijk is en door iedereen gebruikt kan worden. Bovendien werkt het ook bij grondnesten. Dit biologische middel werd onlangs genomineerd voor de Innovatie Award van de Groene Sector Vakbeurs 2023. 

Dit middel EprEcofix® wekt grote interesse. Ook bij de Hogeschool Saxion die met een grote groep overheidsinstellingen gaat onderzoeken welke sleuteltechnologieën ingezet kunnen worden om de beheersing van de rups te verbeteren. “Ook wij zijn uitgenodigd aan dit onderzoek mee te doen”, vertelt Rob Damink, eigenaar van Source By Net BV dat het middel EprEcofix® heeft ontwikkeld. 

Sprayen en klaar

“Groenprofessionals en particulieren zijn enthousiast over de eenvoud van deze methode. Met een lagedrukspuit kan het op een nest gespoten worden en binnen enkele minuten is het nest gefixeerd en kunnen de gevreesde brandharen niet meer verwaaien. Het gefixeerde nest kan gewoon in de boom blijven zitten of valt vanzelf op de grond. In beide gevallen vormt het geen gevaar. En wil men het nest toch opruimen, dan mag dit gewoon bij het gft-afval.” 

Milieuvriendelijk

Het Kenniscentrum concludeert dat het tijdig verwijderen van nesten tot vijf keer minder rupsen in het daaropvolgende jaar leidt. De methode waarbij nesten worden weggezogen is echter kostbaar, arbeidsintensief en behoeft zwaar materiaal dat de nodigde CO2- uitstoot veroorzaakt. De toepassing van een fixeermiddel kent al deze bezwaren niet en is voordelig in aanschaf. “Het ziet ernaar uit dat men de komende jaren vooral gaat inzetten op een combinatie van het verhogen van de biodiversiteit en het elimineren van nesten.”

De eikenprocessierups onder controle én meer biodiversiteit?

Bloemrijk-grasland-1
Lees het gehele artikel

De eikenprocessierups onder controle én meer biodiversiteit?

Wie enkel focust op het bestrijden van een plaag, loopt het risico deze juist in de hand te werken. Zo ook bij de eikenprocessierups, waar jarenlange bestrijding ook veel natuurlijke vijanden doodde. De oplossing? De Storix EPR Regulatie Methode biedt ecologisch, duurzaam en kosteneffectief beheer.

Sinds de eikenprocessierups (EPR) met zijn brandharen mens en dier irriteert, wordt er alles aan gedaan om het dier te bestrijden. Van het spuiten met biologische bacteriepreparaten tot het wegzuigen van de gevreesde nesten. Maar met deze nietsontziende aanpak wordt niet alleen de EPR aangevallen, ook natuurlijke vijanden zoals parasieten vinden hun einde. “Vroeg of laat komt de rups terug vanuit andere gebieden en zonder natuurlijke vijanden krijgt een plaag vrij spel”, vertelt Ton Stokwielder van Storix. “Onze EPR Regulatie methode is erop gericht overlast van de EPR te voorkomen, juist door het bevorderen van de biodiversiteit.”

De Vlinderfilterkast

De methode startte enkele jaren geleden met de introductie van de Vlinderfilterkast. In de kast worden EPR nesten geplaatst in de eerste helft van juli. Op dat moment bevinden alle dieren in het nest zich in het popstadium. Zowel EPR als parasieten zoals sluipwespen en vliegen. De parasieten kunnen in en uit de gaatjes van de kast vliegen, de vlinders van de eikenprocessierups niet, waarna steeds meer rupsen in de volgende generatie geparasiteerd worden en de plaag teruggebracht wordt naar een beheersbaar niveau. De nesten worden het liefst geoogst in de directe omgeving van de vlinderfilterkast. Wanneer de nesten in de vlinderfilterkast liggen, biedt de kast dusdanig veel bescherming dat er geen overlast meer is van brandharen. Ook voedt Storix vogels met rupsen van de EPR om hen te conditioneren deze rupsen te verkiezen boven andere prooien.

De Vlinderfilterkast wordt geplaatst in de eik.

Balans door monitoring

De inzet van natuurlijke vijanden is slechts één onderdeel van de EPR regulatie methode, waarbij alles draait om onderzoek en beheer op maat. “Uit monitoring kwam naar voren dat in sommige kasten 85% van de rupsen geparasiteerd was en in andere 11%. Teveel geparasiteerde rupsen en de populatie EPR gaat te hard achteruit, te weinig en een plaag ligt op de loer door een te lage capaciteit van natuurlijke vijanden om een plaag te voorkomen. We zoeken naar evenwicht, een aanvaardbare plaagdruk.” 

Biotoop verbetering

Daartoe richt Storix de blik op de omgeving. Is er bijvoorbeeld wel genoeg nectar te vinden voor sluipvliegen en – wespen? “We ontdekten dat de bloemen met de grootste aantrekkingskracht voor de parasieten van de EPR behoren tot het eigen ecosysteem van de eik. Dat evenwicht kan verstoord worden door asfaltering of maaibeleid, maar herstel is ook mogelijk als we het (stads)landschap herinrichten en beheren zodat het EPR bestendig is. 

Succes schuilt in de toepassing van de complete Storix EPR Regulatie Methode die bestaat uit een modulaire aanpak. “Enkel het plaatsen van de kasten is niet genoeg. Uiteindelijk zorgt een biodivers landschap met voorwaarden voor alle dieren in de voedselpiramide voor een evenwicht waarin we slechts beperkt hoeven in te grijpen om plagen te voorkomen.” 

Inzicht door monitoring en op maat opschalen en afschalen van de inzet van wilde sluipvliegen en sluipwespen is hierbij een vereiste. Zodoende is de vlinderfilterkast een ecostimulator. Wanneer de kasten of kisten worden ingezet zonder monitoring is het al snel een ecosysteem-ontwrichter. 

Dankzij inzet van de vlinderfilterkast zijn de kosten van EPR bestrijding met 70 procent gereduceerd en omgezet naar EPR beheer. “Op het golfterrein ‘Loonsche Duinen’en diverse gemeenten beheren we EPR met slechts 30 procent van het budget ten opzichte van 2019 dankzij inzet van de vlinderfilterkast terwijl er nog meer mogelijkheden zijn in de modulaire aanpak.”  

Storix boom en landschapsbeheer trekt octrooi op de Vlinderfilterkast voor Eikenprocessierupsen Beheer terug.

Logo-Storix-1
Lees het gehele artikel

Storix boom en landschapsbeheer heeft per 2 februari 2021 officieel octrooi op de Vlinderfilterkast voor Eikenprocessierups (EPR) beheer maar trekt het octrooi nu terug. 

De Vlinderfilterkast leek een unieke uitvinding en een prachtige ecologisch en duurzame oplossing om de EPR overlast onder controle te krijgen. En dat is het ook, blijkt na uitvoerige testen, monitoring en onderzoek van 3.600 EPR-nesten op circa 200 verschillende locaties.

Als je EPR-nesten in de Vlinderfilterkast legt, komen er, van de 100 dieren die zich uit het nest ontpoppen, 94 parasieten en slechts 6 EPR-vlinders uit. Dit is een voorbeeld uit de monitoring bij Storix van EPR-nesten die ‘geoogst’ zijn in de nabijheid van bloemrijk grasland. Een parasiteringspercentage van maar liefst 94% door wilde sluipwespen en sluipvliegen. 

Het gemiddelde percentage parasieten in een EPR-nest in Nederland, wordt aan de hand van de uitgebreide monitoring geschat op zo’n 50%. 

Ton Stokwielder, directeur en oprichter van Storix Boom- en landschapsbeheer (Storix) : “De voorzichtige conclusie kan getrokken worden dat, door deze parasieten een hotel te bieden in de vorm van de Vlinderfilterkast, overgegaan kan worden van bestrijden via reguleren naar beheren van de Eikenprocessierups. De wens is om ze uiteindelijk te behandelen als diersoort die past in het ecosysteem zonder dat overlast een issue wordt zoals afgelopen jaren. Hiervoor is alleen het plaatsen van Vlinderfilterkasten overigens niet afdoende. Belangrijker nog, is dat je op basis van data, die wij inmiddels vanuit ons onderzoek voorhanden hebben, op een effectieve en efficiënte wijze kan bijsturen en reguleren. Het door ons verkregen octrooi voorzag in dit laatste in onvoldoende mate. Dit, tezamen met het geuite ongenoegen van Silvia Hellingman, wat wij ons overigens best wel hebben aangetrokken, zijn de belangrijkste redenen om nu het octrooi terug te trekken. We zijn niet het bedrijf en het type mensen dat zich dagelijks wil bezighouden met juridisch getouwtrek.”

De reden van de octrooiaanvraag was overigens tweedelig. Enerzijds om de enorme reeds gedane investeringen van Storix deels terug te verdienen. Anderzijds om budget vrij te krijgen voor het aanvullende verdere onderzoek van Storix omtrent EPR en haar natuurlijke vijanden. 

Ton Stokwielder: “Ik ben hier al sinds 1996 mee bezig. Inmiddels zijn we 25 jaar verder en heeft de wetenschap deze vraag slechts nog maar in beperkte mate weten te beantwoorden. Verder onderzoek om onze methodiek steeds verder te verbeteren is gewenst maar ook heel kostbaar. Toen Storix geconfronteerd werd met het ongenoegen van Silvia Hellingman over zijn octrooiaanvraag heeft Storix haar voorgesteld het verkregen octrooi te delen. Zij stond hier niet voor open. Silvia en ik zitten hier anders in. Zij gaf me toen aan dat zij van mening was dat je door octrooirechten en de hieruit voortvloeiende exclusiviteit gebruik van methoden voor natuurlijke bestrijding van plaaginsecten zoals de eikenprocessierups belemmerd. Ik begrijp dat, maar zie ook in dat de door ons ontwikkelde en nog door te ontwikkelen methode zo kostbaar is dat dit alleen realiseerbaar is met een passend verdienmodel.  Eigenlijk willen we dus allebei ongeveer hetzelfde maar zijn we het niet eens over het te volgen pad er naartoe.” 

Storix Boom- en Landschapsbeheer maakt voor iedere klant maatwerk, gebruik makend van haar modulaire aanpak. Deze aanpak wordt steeds verder doorontwikkeld door het team van ecologen, entomologen en experts op het gebied van boom- kruiden- en maaibeheer. 

Ton Stokwielder: “We willen gewoon werken aan een betere, duurzamere wereld waar plaats is voor ieder levend wezen maar waar wel een onaanvaardbare overlast kan worden voorkomen door in dit geval een juiste balans tussen EPR en zijn natuurlijke vijanden te creëren. Dit bereiken we het liefst in samenwerking en goede harmonie.”

Het Storix team heeft besloten de energie te blijven richten op onderzoek en ontwikkeling van EPR bestendig beheer in plaats van een juridische strijd aan te gaan over een octrooi. Storix voert nu zelf in overleg met en op basis van adviezen van wetenschappers uit België onderzoek uit. Uit deze onderzoeken komen naast veel inzicht uiteraard ook steeds meer vragen naar voren.

Ton Stokwielder: “Hopelijk komt er, na 25 jaar wachten op een wetenschappelijk onderbouwd antwoord op de invloed van sluipwespen en -vliegen, uiteindelijk een keer voldoende budget vrij om vanuit overheidswege een wetenschappelijk onderzoek te starten omtrent deze vragen. Het huidige Life-project wat een samenwerkingsverband is tussen vijf provincies uit Nederland en België is een stap in de goede richting maar er is veel meer budget nodig.” 

De wens is dan ook dat Storix Boom & Landschapsbeheer in de toekomst data en kennis blijft uitwisselen om zo, in samenwerking met de specialisten op het gebied van EPR, de onaanvaardbare overlast van EPR tot het verleden te laten behoren. 

Tot slot:

De Vlinderfilterkast is een prachtig ‘hotel’ waar de vlinders niet uit kunnen, wat de parasieten beschermd voor hun natuurlijke vijanden en last but not least….geen overlast veroorzaakt voor mens en dier ook al ligt het ‘hotel’ vol met nesten.  

Voor inzet van de Vlinderfilterkast is slechts de helft of minder budget nodig dan voor de inzet van bacteriën of aaltjes, met hetzelfde resultaat. 

Met één groot en belangrijk verschil en voordeel: 

Inzet van de Vlinderfilterkast is op juiste schaal in combinatie met monitoring een ‘ecosysteem-stimulator’. Door over data te beschikken kan op het juiste moment het aantal nesten in de kast opgeschaald en afgeschaald worden. Er wordt dus maatwerk geleverd.  

Inzet van bacteriën is een ‘ecosysteem-ontwrichter’ ondanks dat het om biologische bestrijding gaat. 

Een geleidelijke overstap van methodes is mogelijk.

Meer info over inzet van deze duurzame en ecologisch verantwoorde methode kunt u vinden op de website van Storix Boom & Landschapsbeheer. 

Een zeer voordelig biologisch bestrijdingsmiddel

G210300-CatefixAfbeelding-15
Lees het gehele artikel

De behandelde nesten zijn een voedselbron voor insecten en vogels en de behandeling levert geenszins neven- of milieuschade op. Het zijn volgens directeur en mede-eigenaar Maurice van Gaalen de belangrijkste eigenschappen van Catefix. “Het is een honderd procent natuurlijk bestrijdingsmiddel tegen de overlast van de eikenprocessierups. De gemeente Oude IJsselstreek is overtuigd en zet vol in op Catefix bij het bestrijden van de overlast veroorzakende rups.”

Catefix bestaat uitsluitend uit natuurlijke, plantaardige en hernieuwbare grondstoffen.

De werking van Catefix is eenvoudig. Van Gaalen: “Het is gemaakt van hernieuwbare grondstoffen en is speciaal ontwikkeld om de overlast weg te nemen. Ons uitgangspunt is dat het nest na behandeling niet verwijderd hoeft te worden; een snelle, duurzame en efficiënte oplossing. Catefix bestaat uitsluitend uit natuurlijke, plantaardige en hernieuwbare grondstoffen. Het is niet giftig, bevat geen oplosmiddelen, weekmakers of zware metalen. Als het eenmaal is aangebracht – het doordringt het nest volledig – vormt het een harde fixeerlaag en blijft niet plakken. Het nest is volledig afgesloten en de brandharen geven direct geen overlast meer.”

Diverse recreatieparken, campings en gemeenten delen inmiddels positieve ervaringen. Boombeheerder Kristian Ebbers van gemeente Oude IJsselstreek: “We waren op zoek naar een biologisch alternatief om de eikenprocessierups te bestrijden en Catefix sprong eruit. We zijn een test gestart en dat beviel ons zo goed dat we daar dit jaar mee verder zijn gegaan. Het belangrijkste voordeel is dat je een nest behandelt zonder ingewikkelde apparaten; het nest blijft hangen en veroorzaakt geen overlast meer. Verdere behandeling is niet nodig.”

Van Gaalen: “Gemeenten hebben moeite met investeren, ze hebben geen geld; een extra argument om ons product in te zetten. Bij een reguliere methode kost de behandeling van een nest al gauw twintig euro, nu besparen ze tot wel zestien euro. Dus ook vanuit financieel oogpunt is Catefix zeer aantrekkelijk.”

Maurice van Gaalen.

De gefixeerde nesten blijken een voedselbron voor vogels en insecten. Van Gaalen: “Onderzoeker Lars Rodrigues van Poel Bosbouw wilde bij de universiteit van Osnabrück laten vaststellen wat er na behandeling met de nesten, de rupsen en de brandharen was gebeurd. Maar wat bleek; ze waren allemaal aangevreten door vogels en insecten. Ze dienden blijkbaar als voederplaats.” Ebbers: “Ik heb vooraf goed gekeken naar de samenstelling, zodat het niet schadelijk zou zijn voor het milieu en in het bijzonder voor de bomen. Ik heb het achterliggende bastweefsel bekeken en dat zag er heel goed uit. Ik ben overtuigd!”

Catefix is relatief nieuw. Van Gaalen: “Bestrijding met nematoden, maar ook het wegzuigen of de natuurlijke bestrijding met mezen of natuurlijke vijanden in combinatie met het inzaaien van bloemenmengsels zijn de bekendste opties. Met Catefix fixeren we het nest op het moment dat de rupsen bij elkaar zitten, waardoor de overlast van de brandharen direct verdwijnt.”

Ebbers: “Zelf behandelen we ook nog curatief waarbij een aannemer voor ons de nesten wegzuigt. Met Catefix is het grote voordeel dat we nu ook zelf met de dagelijkse meldingen aan de slag kunnen. Wij rijden naar de locatie, bekijken de situatie en als het binnen handbereik is dan behandelen we direct. Onze enige beperking was dat we onvoldoende hoogte konden bereiken. Daarom hebben we een apparaat aangeschaft dat achter op onze auto staat; een vat, een pomp, een slang van 50 meter en een lans waarmee we tot zeven meter hoog kunnen bestrijden.” Van Gaalen: “Het is opgelost; biologisch, veilig voor mens en milieu en ook nog eens zeer voordelig. We blijven, in samenwerking met de gemeente Oude-IJsselstreek, verder ontwikkelen.”

Insectenaanpak volgens ITS: voorkomen is beter dan genezen.

Processierups1
Lees het gehele artikel

Het lijkt wel of elk jaar meer plagen de bomen teisteren. Wat kun je er tegen doen? Gerard Bodewes van International Tree Service vertelt wat wel, en ook niet te doen in de strijd tegen insectenplagen. En het begint met gezonde bomen die tegen een stootje kunnen, ook in de stad. 

Een eikenprocessierups.

Gerard ziet een flinke toename in het aantal plagen. De manager van International Tree Service kent zijn bomen. ITS is al ruim 50 jaar leverancier voor materialen van bomen in stedelijke gebieden, met als afnemers voornamelijk groenvoorzieners, hoveniers en gemeenten. “Veel plagen maakten hun opmars vanuit Zuid-Europa. Zo heeft de kastanjemineermot in vier jaar tijd zijn weg gevonden van Frankrijk naar Nederland. Maar denk ook aan de eikenspintkever of de eikenprocessierups. Plagen die voor een enorme overlast kunnen zorgen, voor zowel boom als mens.”

Eikenprocessierups

Lopen de terrassen eindelijk weer vol en dan zorgt de eikenprocessierups voor een onmiddellijk probleem. En wie denkt dat het koude voorjaar de plaaggeest de das om heeft gedaan, heeft het mis. “Door het koude voorjaar de flinke temperatuurstijging in juni, is de eikenprocessierun een opmars begonnen. De haartjes van de rups haken zich vast in de huid en zorgen voor een jeuk en pijn.” ITS levert afzetlinten om zichtbaar te maken dat een boom is aangetast. Maar Gerard heeft ook vertrouwen in een nieuw product: Catefix. “Een lijm op biologische basis die rondom het nest wordt gespoten en daar een ondoordringbare schil vormt. Rupsen kunnen niet weg en verstikken door te weinig zuurstof. Beschermende kleding is vereist om Catefix aan te brengen, maar de resultaten zijn zeer hoopvol.”

Kastanjemineermot

Sinds de Wet gewasbestrijdingsmiddelen en biocicen (Wgb) zijn bestrijdingsmiddelen in het openbaar groen niet meer toegestaan. Toch biedt ITS beproefde middelen om plagen tegen te gaan, bijvoorbeeld van de kastanjemineermot. De larven van deze mot vreten gangen door de bladeren van de paardenkastanje met bruine vlekken en een vervroegd bladverlies tot gevolg. Om de aantasting tegen te gaan, is een combinatie van drie methodes het meest effectief. In het voorjaar vormt een lijmband om de stam een barrière die opkruipende insecten tegenhoudt. In de zomer dienen de aangetaste bomen behandeld te worden met een preparaat, zoals Tree Guard Premium. Het preparaat vindt via de boomwortels zijn weg naar de bladeren waar het een onaangename smaak afgeeft voor zuigende insecten. Daarnaast verbeteren voedingsstoffen in het preparaat de conditie van de boom. De derde stap is het gebruik van feromoonvallen die de mannetjes aantrekken en verdelgen. Voor de aanpak tegen de eikenspintkever raadt Gerard ESK aan. Een product waarin knoflook is verwerkt en dat gesmeerd op de stam een volledig veilige, biologische en verdrijvende werking heeft. 

Vitaliteit

“Maar het begin bij een vitale boom”, vertelt Gerard. “Een boom die volledig in de verharding staat en waarvan de wortels te weinig zuurstof ontvangen is minder sterk. Bij een eerste aantasting van de kastanjemineermot verkleuren de bladeren dan in september, maar naarmate de aantasting zwaarder wordt, is dat al in juli, augustus, of nog eerder.” Een goed doorwortelbare, ruime standplaats met voldoende voeding is cruciaal om aantasting een halt toe te roepen. “Kijk naar de oorzaak en de conditie. Meststoffen als Hokan en Algihum kunnen een boom die versterking geven. Voor gezonde, sterke bomen is enkel symptoombestrijding als een druppende kraan: het houdt nooit op. Zorg dus voor een gezonde boom.”  

Onderzoek bewijst milieuvriendelijke, effectieve bestrijding van de eikenprocessierupsoverlast door Catefix-fixatie

catefix
Lees het gehele artikel

Het volledig biologische en non-toxische middel Catefix fixeert eikenprocessienesten, inclusief rupsen en hun brandharen, tot één vaste massa. Het resultaat: instant overlastpreventie.

In 2020 heeft Catefix-leverancier Poel Bosbouw een onderzoek gehouden naar de behandeling van veertig eikenprocessierupsnesten met het fixerende middel Catefix. Dit volledig biologische en afbreekbare middel kunnen hoveniers zelf bespuiten op en rond processierupsnesten.

In 2020 heeft Catefix-leverancier Poel Bosbouw een onderzoek gehouden naar de behandeling van veertig eikenprocessierupsnesten met het fixerende middel Catefix. Dit volledig biologische en afbreekbare middel kunnen hoveniers zelf bespuiten op en rond processierupsnesten.

De onderzoeksresultaten wijzen uit dat het biologische middel de rupsenoverlast meteen weghaalt: door de fixatie met het Catefix-middel worden de nesten een harde massa. Hierin raken de rupsen, inclusief hun brandharen indien deze zich tegen die tijd gevormd hebben, gevangen. Verharding treedt direct op, waardoor er géén nevenschade plaatsvindt onder vogels en andere insecten.  

Uit het onderzoek blijkt ook dat de behandelde nesten door de sterke fixatie aan de boom blijven hangen. Ze dienen als voedselbron en habitat dienen voor andere dieren, zoals sluipwespen, mieren en pissebedden. De nesten inclusief de rupsenlichamen breken biologisch versneld af. ‘Catefix is samengesteld uit natuurlijke grondstoffen, die in dat afbraakproces allemaal weer terugkeren naar de natuur. Daarmee is dit middel volledig circulair,’ verklaart Catefix-directeur Maurice van Gaalen.

Doordat ook hoveniers Catefix kunnen toepassen, hoeft niemand meer in spanning te wachten totdat de ingeschakelde dienst arriveert. Doordat groenbeheerders alvast kunnen beginnen met het onschadelijk maken van nesten in een vroeg stadium van de nestvorming, ontstaat er meer ruimte in hun planning rond de eikenprocessierupsbeheersing!

Mensen kunnen een Catefix-bespuiting eenvoudigweg doen met een lage drukspuit. Het beste resultaat wordt behaald met twee bespuitingen kort achter elkaar. Wanneer hoveniers zelf Catefix toepassen in plaats van dat zij een specialist inschakelen, dienen zij zich goed te beschermen met de specifiek voor eikenprocessierupsbeheersing geldende PBM’s. Hierover geven zowel leverancier Catefix als dealer Poel Bosbouw uitgebreid advies.

Neem contact op met Catefix voor extra informatie of voor een gratis proefmonster (zo lang de voorraad strekt).

Natuurlijke bestrijding van eikenprocessierupsen, door stimulering van natuurlijke vijanden

processionary-3196219_1920-kopieren
Lees het gehele artikel

Nieuw: Eco-processierups

De eikenprocessierups was de afgelopen jaren een echte plaag, en ook voor deze zomer worden drastische maatregelen overwogen om de beestjes te bestrijden. De beste oplossing op lange termijn is echter een natuurlijke bestrijding op basis van biologisch evenwicht. Zadenspecialist Advanta ontwikkelde speciaal hiervoor een meerjarig kruidenmengsel met scherm- en vlinderbloemigen onder de naam ‘Eco-processierups’. Door het inzaaien van dit mengsel in de buurt van eikenbomen ontstaat een gevarieerde, biodiverse habitat waarin de natuurlijke vijanden van de rups zich thuis voelen en vermenigvuldigen. En het werkt. De aanpak is effectief, duurzaam én milieuvriendelijk. 

De eikenprocessierups heeft een beharing die hem verdedigt tegen de meeste rupseters. En net die haren zorgen voor problemen. De overlast die mensen ervaren van deze brandharen nam de laatste jaren enorm toe. Bestrijding is er vaak met chemische en biologische middelen, of met grote stofzuigers. Duur werk, dat vaak voor flinke nevenschade zorgt: het treft ook alle andere insecten in de juist erg soortenrijke eikenbomen.

Beter is om onze natuur een ‘ecosysteemdienst’ te bewijzen. Door een soortenrijke, natuurlijke leefomgeving te creëren waarin sluipwespen, vogels, vleermuizen en dergelijke zich thuis voelen. Eco-processierups is daarvoor hét kruidenmengsel bij uitstek. Het helpt om de biodiversiteit nabij eikenbomen te herstellen, in stand te houden en te verbeteren. Het stimuleert zo de ontwikkeling van de natuurlijke vijanden van de rups. Waardoor de natuur zelf het evenwicht weer herstelt.

Op lange termijn biedt deze natuurlijke aanpak dé oplossing voor het reguleren van de populatie van de eikenprocessierups.

Op www.advantaseeds.be/ecoprocessierups kan je de Eco-processierupsbrochure downloaden. Daarin vind je meer informatie én een handig ‘plan van aanpak’.