- Allgemein
- Öffentliche Grünflächen
- Maschinen und Ausrüstung
- Gartengestaltung und -pflege
- Digitalisierung & Software
- Sportplätze
Corné van Overveld, eigenaar van landschaps- en stedenbouwkundig bureau Landschappartners, heeft de afgelopen decennia veel trends en ontwikkelingen voor de inrichting van de openbare ruimte voorbij zien komen. Als er één term kan worden benoemd die als rode draad door de huidige ontwikkelingen heen loopt, dan is dat het woord integratie. Integratie van natuur én de rol van alle partijen die betrokken zijn bij de herinrichting van ons stedelijk groen. “Meer dan de jaren ’90, wordt er tegenwoordig integraal samengewerkt bij groene projecten,” vertelt Corné. “In samenwerking met architecten, gemeentes en projectontwikkelaars proberen we nu veel meer tot een totaalbeeld te komen.”
Een belangrijke rol hierin speelt de toegenomen aandacht voor natuurbeleving en de waardering van natuurlijk groen in de stad. “In de nieuwe stedelijke opzet wordt nu gelukkig gekozen voor meer grootschalige aaneensloten groenstructuren en ecologische verbindingen. De strak geschoffelde struikrozenperken hebben plaats gemaakt voor (ruigere) bloemrijke vaste plantenborders. De waardering voor de natuur en het besef van het belang van de biodiversiteit in de directe woonomgeving zien we dus steeds meer terug komen in het straatbeeld. Voorlichting en uitleg aan de bewoners waarom en waarvoor is daarbij belangrijk en geeft draagkracht.”
Anderzijds staan groenvoorzieningen nog steeds onder druk, ziet Corné. Door toegenomen ruimteclaims van de diverse functies is het spanningsveld in de openbare ruimte alleen maar groter geworden. “Soms moeten er dan ook concessies worden gedaan. Een mooie boomstructuur ontbreekt vaak vanwege de vele ondergrondse kabels en leidingen, terwijl juist een boomstructuur in het stedelijke gebied helpt bij het terugbrengen van de hittestress. Daarbij volstaan door extremere regenbuien de beschikbare rioolstelsels vaak niet meer. De oplossing wordt dan gevonden in (ondergrondse) opslag of retentievoorzieningen (wadi’s) in het openbare groen.” Een goed voorbeeld is het nieuwe landschapspark Vlietzone van het project de Rotterdamsebaan in Den Haag. Dit nieuwe park is zodanig ingericht dat het ook een calamiteitenberging is voor water vanuit de Vliet.
Een andere tendens ziet Corné in de toegenomen aandacht voor (verkeers)veiligheid. Dat heeft zijn weerslag in het straatbeeld en de leefbaarheid van de woonbuurt. “Het realiseren van een 30 km regiem in een oudere woonwijk vraagt een andere inrichting van het straatprofiel, door verkeer remmende maatregelen (drempels) en wegversmallingen. Voorbeelden hiervan zijn het project Eikenlaan e.o. in Spijkenisse en de herinrichting van de Oosterengweg in het kader van de HOV in Hilversum. In goed overleg met de bewoners is hier een totale herinrichting gerealiseerd en is de verkeersveiligheid verbeterd.”
Niet onbelangrijk is de veranderde rol van de opdrachtgever. “Steeds meer gemeenten vervullen nog alleen de rol van aansturing en controle. Daarbij staan de ontwikkelaars veelal aan het roer voor het realiseren van nieuwbouw.” Een voorbeeld van deze aanpak is de ontwikkeling Noordelijk Havenhoofd in Scheveningen. “Deze gebiedsontwikkeling is een gezamenlijk initiatief van de ontwikkelaar, de plaatselijke visbedrijven en de gemeente Den Haag. Landschappartners verzorgt voor deze ontwikkeling de integrale aanpak van de buitenruimte. Daarbij is een duurzame, klimaatbestendige en kwalitatieve inrichting uitgangspunt. Zo worden veel materialen hergebruikt in de nieuwe inrichting. Ook het parkeerprobleem wordt hier opgelost met een parkeergarage voor 1000 auto’s onder het duin.”