- Algemeen
- Openbaar groen
- Machines & Materieel
- Tuinaanleg & Onderhoud
- Digitalisering & Software
- Sportvelden
Terwijl stedelijke verdichting en klimaatverandering steeds grotere uitdagingen vormen, wordt de noodzaak voor innovatieve en duurzame oplossingen steeds duidelijker. De Koninklijke Ginkel Groep speelt hierin een voortrekkersrol met een vooruitstrevende visie op stedelijke vergroening. Marc de Jager, Projectadviseur bij de Koninklijke Ginkel Groep, deelt hun aanpak en filosofie.
De betrokkenheid van de Koninklijke Ginkel Groep bij stedelijke vergroening begon al enkele decennia geleden. Wat aanvankelijk begon als een technische uitdaging om groen in de stad te brengen, heeft zich ontwikkeld tot een holistische benadering waarbij de natuur zelf als leidraad dient. “Oorspronkelijk waren daktuinen vooral technische hoogstandjes,” vertelt De Jager. “Maar tegenwoordig verschuift de focus naar het begrijpen van hoe de natuur werkt en hoe we dat kunnen vertalen naar stedelijke omgevingen.”
Deze verschuiving van een puur technische naar een meer ecologische benadering wordt gedreven door de toenemende complexiteit van stedelijke omgevingen en de dringende behoefte aan duurzame oplossingen. “Het is niet langer voldoende om gewoon groen op gebouwen te plaatsen; we moeten nadenken over hoe we deze groene ruimtes kunnen integreren in het stedelijke ecosysteem,” legt De Jager uit. Dit betekent dat er gekeken wordt naar factoren zoals bodemleven, waterhuishouding en de biodiversiteit die een dak- of geveltuin kan ondersteunen.
Een belangrijk aspect van deze vernieuwde visie is het gebruik van duurzame materialen en methoden. De Jager benadrukt het belang van het vervangen van traditionele substraten, door meer ecologische en lokaal geproduceerde alternatieven. “Traditionele substraten werden oorspronkelijk ontwikkeld met de focus op lichtgewicht en technische haalbaarheid. Ze zijn bedoeld om constructies zo min mogelijk te belasten, maar hebben belangrijke nadelen. Zo zijn deze substraten vaak vrijwel levenloos, wat betekent dat ze weinig bijdrage leveren aan een gezond bodemecosysteem. Dit gebrek aan bodemleven maakt het moeilijker voor planten om goed te groeien en gezond te blijven, wat resulteert in een hogere behoefte aan onderhoud en kunstmatige ingrepen. Goede substraten zijn het fundament van natuurinclusieve daken.”
In antwoord op deze beperkingen heeft de Koninklijke Ginkel Groep zich de afgelopen jaren toegelegd – in nauwe samenwerking met Optigrün Benelux – op de ontwikkeling en het gebruik van circulaire, natuurlijke substraten, zoals zandmengsels. De Jager: “Deze nieuwe substraten zijn niet alleen lokaal beschikbaar, wat de ecologische voetafdruk van het project vermindert, maar ze bieden ook een veel betere basis voor een rijk bodemleven. Een gezonde bodem vormt de fundering voor een veerkrachtige, onderhoudsarme daktuin die in staat is om zichzelf te handhaven en te ontwikkelen zonder constante tussenkomst en waarin planten en bodemorganismen optimaal kunnen functioneren.”
Daarnaast speelt waterbeheer een cruciale rol in de daktuinen van de toekomst. De laatste jaren is er veel aandacht besteed aan systemen die niet alleen wateroverlast kunnen verminderen, maar ook water kunnen opslaan voor gebruik tijdens droge periodes. Deze geïntegreerde aanpak zorgt ervoor dat daktuinen niet alleen bijdragen aan een beter microklimaat, maar ook aan de stedelijke waterhuishouding. De Ginkel Groep gebruikt deze nieuwe ontwikkelingen om daktuinen te ontwerpen die beter aansluiten bij het doel van die daktuin. De Jager: “Je kunt nu beter sturen op vochthuishouding en bodemleven op daken. En dus beter de voorwaardes creëren die de natuur kan gebruiken om zich in de stad te ontwikkelen.”
Een ander kenmerk van de benadering van de Koninklijke Ginkel Groep is het belang dat wordt gehecht aan vakmanschap en een langetermijnvisie. “Een daktuin is nooit echt ‘af’ wanneer deze wordt opgeleverd. Het echte werk begint pas daarna,” aldus De Jager. Dit vereist een langdurige betrokkenheid van gespecialiseerde professionals die de ontwikkeling van de tuin nauwlettend volgen en bijsturen waar nodig. “We streven ernaar om bij projecten langdurig betrokken te zijn, soms wel 25 jaar, om ervoor te zorgen dat de groene ruimte zich optimaal kan ontwikkelen.”
Dit lange-termijnperspectief vraagt ook om een nauwe samenwerking met opdrachtgevers en stedelijke planners vanaf het allereerste begin van een project. De Jager merkt op dat deze integratie van groen in de vroegste planningsstadia steeds vaker voorkomt, wat leidt tot betere resultaten en duurzamere stedelijke landschappen.
Natuurinclusief bouwen, een term die steeds vaker opduikt in de bouw- en landschapsarchitectuur, vormt een kernprincipe in de aanpak van de Koninklijke Ginkel Groep. Dit gaat verder dan alleen het toevoegen van groene elementen aan gebouwen; het draait om het creëren van een leefomgeving waarin natuur en stedelijke ontwikkeling hand in hand gaan. “We willen inspiratie halen uit de natuur en deze integreren in onze stedelijke omgevingen,” zegt De Jager. “Het respecteren en behouden van bestaande natuur is hierbij essentieel. Het draait om samenwerken met de natuur in plaats van het kunstmatig in standhouden van stedelijk groen.”
“De vergroening van steden is niet meer te stuiten”, stelt Wim van Ginkel, CEO van de Koninklijke Ginkel Groep. “Wij zijn 25 jaar geleden begonnen met pionieren in een tijd dat veel mensen dachten dat een daktuin een modeverschijnsel was. In de afgelopen jaren hebben we daardoor heel veel leergeld betaald, maar dat is iets dat je er voor over moet hebben. Dat hoort bij innovatie en nieuwe dingen uitproberen. Het betekent ook dat je tijd, geld en mensen moet durven inzetten om verandering teweeg te brengen. We zijn nu op een punt aangeland dat de behoefte aan stedelijk groen overal ter wereld toeneemt. Steden groeien en worden steeds compacter gebouwd, dus zul je met groen de lucht in moeten als je steden een beetje leefbaar wilt houden. Onze visie op stedelijk groen en met name dak- en geveltuinen vergt ook veel kennis en kunde. Dat is iets waarin ik in de afgelopen jaren veel heb geïnvesteerd en wat ik binnen onze organisatie altijd heb uitgedragen. Door te inspireren en te motiveren zijn we nu in staat om jarenlang aan geweldige projecten te kunnen werken en worden we al in een vroeg stadium betrokken bij de vergroening van stadsprojecten.”