Platform voor de tuin- en groenprofessional
‘Onkruid vergaat wel degelijk’
Bert van Loon – Voorzitter Stichting Niet-Chemische Onkruidbestrijding (NCO).

‘Onkruid vergaat wel degelijk’

Bert van Loon – Voorzitter Stichting Niet-Chemische Onkruidbestrijding (NCO)

“Voorkomen is altijd beter dan genezen. En dat geldt dus ook voor de bestrijding van onkruid. Want wat er niet is hoef je ook niet te verwijderen. En al helemaal niet met chemische bestrijdingsmiddelen. 

Daar waar onkruidbestrijding nog niet zo lang geleden pas begon zodra de eerste blaadjes zich lieten zien, is het tegenwoordig – nu chemische bestrijding gelukkig voorgoed tot het verleden behoort – zaak om al in een veel eerder stadium te beginnen: nog voordat zaadjes kunnen ontkiemen. In de praktijk betekent dat, dat groenaannemers en hoveniers al vanaf februari moeten zorgen dat stoepen en straten zo schoon mogelijk zijn. Door vroeg in  het jaar goed te vegen zorg je ervoor dat allerhande rotzooi – bladresten, vuil, sigarettenpeuken en zwerfafval – zich niet tot voedingsbodem kunnen ontwikkelen. En door vroeg te vegen zorg je er meteen voor dat zaadjes die al in het najaar zijn gevallen worden opgeruimd. 

Eerder beginnen en voorkomen dat onkruid opkomt, sluit ook aan op de nieuwe kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van het CROW en de wijziging daarin dat dood (vergeeld) onkruid na behandeling meetelt in de beoordeling van de beeldkwaliteit. 

De beste techniek bestaat niet, de juiste techniek inzetten
in de juiste fase wél.

Dat betekent echter ook dat opdrachtgevers zoals gemeenten hun bestekken daarop moeten aanpassen. Dus niet voorschrijven dat onkruidbestrijding pas in april begint, maar twee of drie maanden eerder. En werk met langjarige contracten, zodat investeringen van groenaannemers en hoveniers in bijvoorbeeld niet-chemische bestrijdingsmiddelen zoals veeg- en borstelmachines en branders of hete lucht-apparaten zich kunnen terugverdienen. 

Vervolgens is het zaak om zaadjes die desondanks toch weten te ontkiemen zo snel mogelijk in die kiem te smoren. Bijvoorbeeld met heet water of hete lucht. Maar dan wel voordat ze zich goed en wel kunnen wortelen. Dat verkleint de kans dat ze toch uitgroeien tot echt onkruid. 

Mocht dit alles toch nog leiden tot volgroeide plantjes dan volstaat verderop in het jaar grondig borstelen. In de afgelopen jaren hebben we op veel plekken in Nederland laten zien dat deze werkwijze niet alleen leidt tot minder onkruid, maar ook tot schonere steden en dorpen doordat al vroeg in het jaar wordt begonnen met het schoonmaken van de openbare ruimte. 

Onkruidbeheer is daarmee veel meer een specialisme geworden dan vroeger, toen de gifspuit nog uitkomst bood. Voor groenaannemers is het nu wel cruciaal om te weten hoe de staat van beworteling in de bodem is. Precies dat zegt namelijk iets over de complexiteit en inzetbehoefte van de aan te nemen opdracht. 

Onkruidbeheer is tegelijkertijd ook arbeidsintensiever geworden. Want waar gemeenten met chemie gewend waren om twee ronden per jaar te doen, aangevuld met wat borstelronden, zijn er nu minimaal vier tot zeven rondes nodig. Het exacte aantal is afhankelijk van de uitgangssituatie en het jaar, en van de hoeveelheid zon en regen. 

Duurder is deze vorm van onkruidbeheer echter allang niet meer. De kost gaat hier namelijk duidelijk voor de baat uit. Uiteindelijk betekent deze manier van beheer immers dat we onze planeet en toekomstige generaties een grote dienst bewijzen. 

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details