Platform voor de tuin- en groenprofessional
VHG en Coöperatie De Bloeimeesters ‘bomen’ over de huidige professionele groenkennis
Moet een hovenier in de eerste plaats beplantingsexpert zijn?

VHG en Coöperatie De Bloeimeesters ‘bomen’ over de huidige professionele groenkennis

Branche-breed klinkt geklaag over beschikbare groene handjes. En als ze er wél zijn, wordt er vaak geroepen dat het kennisniveau van de hoveniers en groenvoorzieners met de jaren achteruit holt. De scholen wijzen binnen deze discussie op hun beurt naar de leerbedrijven. De hamvraag is: moet het kennisniveau van de hovenier überhaupt opgekrikt worden? Twee betrokkenen aan het woord. 

Vandaag de dag is het hoveniersvak breed. Naast het werken met groen zijn ook hout- en staalbouw, bestrating, elektra en verlichting onderdelen van het vak geworden. Sortimentskenner Cor van Gelderen is eigenaar van kwekerij Planten Tuin Esveld en tevens werkzaam binnen De Bloeimeesters, een samenwerkingsverband tussen een groep groene professionals. Hij vindt dat de hovenier in de eerste plaats beplantingsexpert moet zijn, maar dat die expertise binnen het beroep de afgelopen decennia rap is afgekalfd. Jeroen Zijlmans, Beleidsmedewerker arbeidsmarkt en onderwijs bij de VHG, is positiever gestemd. 

Beroepsdevaluatie?

Van Gelderen zet hardop vraagtekens bij de kwaliteit van het groenonderwijs en stelt ronduit dat het hoveniersvak in waarde is gedevalueerd. ‘Iedereen mag zich tegenwoordig inschrijven bij de Kamer van Koophandel als hovenier, daar waar vroeger een hovenier in de eerste plaats zijn hoveniersdiploma niet cadeau kreeg en bovendien tot 2007 aan vereisten volgens de Vestigingswet moest voldoen om het beroep uit te mogen oefenen.’ Overigens geldt deze devaluatie volgens Van Gelderen niet alleen voor hoveniers, maar zou dat een brede ontwikkeling zijn binnen de ambachtelijke beroepen. 

Jeroen Zijlmans zet zich namens VHG in voor het beroepsonderwijs in de sector, de VHG Brancheopleiding, alle zaken rond opleidings- en scholingssubsidies en de aansluiting tussen het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs.

Voortouw nemen in ‘groene golf’

De sortimentskenner, die enkele plantenboeken op zijn naam heeft staan en als kweker internationaal aan particulieren – waaronder verzamelaars – verkoopt, spreekt over een ‘groene golf’. Hij ziet deze tijd als een kans voor hoveniers en wil een positieve boodschap overbrengen: ‘Groen is nog nooit zo hip en hot geweest als nu, zowel bij consument als overheden. Het wordt op steeds meer plekken een opgave om natuur- en klimaat-adaptief te werken. Het is bij uitstek de taak van de hovenier om binnen die groene golf een voorhoedepositie in te nemen. Voorwaarde is wel, dat de hovenier verstand heeft van groen. En daar schort het vaak aan,’ aldus Van Gelderen.

‘Vroegah’ was niet alles beter

Zijlmans verklaart hoezeer de VHG zich inzet voor een stevige basis aan planten- en bodemkennis binnen opleidingscurricula. ‘Bodem (zowel grond, dak als gevel), beplanting en vakmanschap vormen de kern van het beroep van hovenier en groenvoorziener. Daar staat VHG vierkant achter. En in elke groenopleiding maakt plantenkennis onderdeel uit van het onderwijsbestek. Dat wordt ook geëxamineerd, als vereiste binnen het kwalificatiedossier van een groenschool. Maar de focus van groenscholen ligt wel meer op het brede aanlegproces.’ Zijlmans is het er uitdrukkelijk mee oneens dat vroeger alles beter zou zijn, te denken aan de veel geslaakte, nostalgische zuchten over sortimentsummum “Frederiksoord”. Hij vertelt: ‘Ik kom zojuist af van Helicon in Nijmegen. De hoveniersopleiding op deze school kan zich door zijn aandacht voor planten- en bodemkennis gemakkelijk meten met die roemruchte bos- en tuinbouwscholen van weleer.’ Zijlmans voegt wel toe, dat de mate van aandacht voor sortiment en bodem per school verschilt.

Wat jongeren aan het groenvak inspireert

Van Gelderen benadrukt dat zijn kritische benadering niet gericht is op de leerlingen, maar op de opleidingen. ‘Zij dreigen in hun streven naar een heel breed curriculum te vergeten dat de hovenier in spé vooral ook affiniteit moet hebben met groen om zich positief te onderscheiden van een stratenmaker of een timmerman. De aandacht voor kennis over planten  is echt niet zo goed meer als die ooit was. Wij hebben al ruim dertig jaar ervaring met stagiairs en het niveau is echt wel gezakt en de vrijblijvendheid waarmee sommige opleidingen hiermee omgaan -de goede uitzonderingen daar gelaten- stelt soms wel teleur. Maar ik denk dat er een goed maatschappelijk draagvlak is om de kennis over groen steeds positiever te waarderen en dat dit zich zal uiten in een positieve opwaardering van het vak van hovenier!’

Zijlmans reageert: ‘Scholen moeten een groene basis leggen, maar we moeten oppassen dat we studenten niet wegjagen met hoge eisen zoals het kennen van duizenden planten. Het vak is meer dan dat. We zien dat jongeren vooral tot het groene vak worden aangetrokken door de diversiteit aan werkzaamheden binnen het vak, het werken met levende én niet-levende materialen.’ Bij de groep zij instromers ziet Zijlmans wel die mensen met passie voor beplanting.   

‘Het is een tijd van zoveel mogelijk jongeren en zij-instromers aan boord houden om het vele werk te kunnen maken,’ vindt Zijlmans, daarbij allicht doelend op de grote (natuur-inclusieve) bouwopgave en de zwik aan hovenierswerk door de ‘groene golf’. Maar Van Gelderen is er helemaal niet bang voor dat opleidingseisen jongeren afschrikken, integendeel: ‘Studenten worden onderschat: opleidingen kunnen best stevige eisen stellen aan hun kennisniveau. Daar zijn ze alleen maar bij gebaat; ze moeten geïnspireerd worden. Niet alleen op school, ook bij hun leerbedrijf.

Beplantingsplan en -advies.

Studenten moeten dus niet alleen als goedkope kracht worden ingezet om te schoffelen en te kruien. Want juist dán knappen jongeren en zij-instromers op het vak af en zie je ze nooit meer terug.’

Zijlmans haakt hierop in: ‘Bedrijven tonen steeds meer commitment. VHG brengt vmbo- en mbo-scholen en het bedrijfsleven bij elkaar om hen zoveel mogelijk te laten samenwerken. Het doel is niet het creëren van bedrijfsscholen, want dan leren de studenten een kunstje voor dat ene bedrijf waar ze na hun opleiding bij zullen werken. Maar wanneer bedrijven medeverantwoordelijk zijn voor het curriculum, blijft het onderwijs aansluiten op de praktijk, waardoor studenten vakgericht gepassioneerd raken.’

VHG heeft meegeholpen aan de totstandkoming van negen ‘hotspots’ in Nederland, ofwel samenwerkingsplekken. Enkele voorbeelden: beroepsopleider Helicon Nijmegen, die met een aantal betrokken bedrijven haar onderwijs relevant houdt. Of beroepsopleider Curio, die met lokale bedrijven en de gemeente Breda binnen een PPS samenwerkt. ‘De kruisbestuiving zorgt voor serieuze leerwerkbedrijven en voor lesmateriaal dat op de praktijk is afgestemd,’ aldus Zijlmans.

De Bloeimeesters is een samenwerkingsverband bestaande uit een inspiratieplatform, leveranciers van diensten en een webshop, voor zowel particulieren als bedrijven en overheden. Het groeiende aantal leden zijn professionals uit de wereld van beplantingsadvies, de boomkwekerij, hoveniers en tuin-/landschapsarchitectuur. Lid en kweker Cor van Gelderen: ‘Wij hebben één gezamenlijke visie en ambitie: de wereld groener maken.’

Beroepseer versus marktwerking

‘Zowel op scholen als bij leerbedrijven moet plantenkennis altijd het uitgangspunt zijn,’ besluit Van Gelderen gedecideerd. ‘De natuur is hetgeen waar alles mee begint. De hovenier heeft er invloed op, door zo groen mogelijk aan te leggen.’ Maar geldt in de praktijk niet vooral ‘de klant vraagt, de hovenier draait’, met een gemiddelde klant die om lavendel en hortensia vraagt en gaat voor de laagste prijs? Hoveniers moeten anderzijds steeds bedrevener zijn in bouwkundige werkzaamheden, gezien de explosie in overkappingen, tuinhuizen en zwemvijvers in het hogere segment. Van Gelderen schudt zijn hoofd. ‘Ik zie dat klanten tegenwoordig juist heel erg op zoek zijn naar informatie over planten bij hoveniers. Maar uiteindelijk maakt het niet uit wat de vraag van de klant is: de hovenier behoort gewoonweg een groen hart te hebben. Die bezieling mis ik te vaak als ik rondkijk. Je kunt als hovenier een goede ondernemer zijn, maar jouw onderscheidend vermogen en beroepseer zitten niet in het feit dat je beter kunt boekhouden dan je concurrentie! Die zitten in jouw kennis over bodem en beplanting.’

Zijlmans ziet gelukkig nog vaak genoeg wel bezieling onder de hoveniers, ook onder de hoveniers in spé. ‘Het afgelopen weekend werd de Nationale Beroepenwedstrijd Tuinaanleg gehouden. Het niveau van alle deelnemers lag enorm hoog. Ik denk dat er genoeg hoveniers zijn die hun groene vingers -en hun vakmanschap- laten gelden.’  

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details